— 47 —
wijdt, tot het hooger onderwijs wordt toegelaten, zonder ooit te hebben leeren zien; hooren, voelen? Nadat hij zijne beste leerjaren in abstracte studiën heeft doorgebragt en zijne aandacht steeds van de voorwerpen der natuur is afgetrokken, zal hij nog eenen geruimen tijd aan de Hoogeschool doof en blind rondwandelen, en zijne eerste natuurkundige lessen meer als kinderspel dan als beoefening van ware wetenschap aanzien. Met tegenzin komt hij veelal op de natuurkundige voorlezingen, omdat aldaar zintuigen van hem gevorderd worden, die hij nimmer heeft leeren scherpen. Hakende naar het oogenblik dat de doctorale titel het regt zal geven tot de uitoefening der lang gewenschte praktijk, gunnen velen zich den tijd niet om door de natuurwetenschappen het oog en oor te vormen, en eenmaal hunne betrekking ingetreden voelen zij zich ongeschikt om in te halen hetgeen in hunne jeugd is verzuimd.
God geve dat de hoop die wij koesteren