Pagina:Bijbel, 1888 Statenvertaling, Jongbloed Editie.pdf/1432

Deze pagina is proefgelezen

1429

Matthëus

5:1—21

Judea, en van over de Jordaan.


Mattheus 5

1. En Jezus, de schare ziende, is geklommen op een berg, en als Hij nedergezeten was, kwamen Zijn discipelen tot Hem.

2. En Zijn mond geopend hebbende, leerde Hij hen, zeggende:

3. Zalig zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

4. Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden.

5. Zalig zijn de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk beerven.

6. Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.

7. Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden.

8. Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien.

9. Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen genaamd worden.

10. Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

11. Zalig zijt gij, als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.

12. Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn.

13. Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout smakeloos wordt, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe, dan om buiten geworpen, en van de mensen vertreden te worden.

14. Gij zijt het licht der wereld; een stad boven op een berg liggende, kan niet verborgen zijn.

15. Noch steekt men een kaars aan, en zet die onder een koornmaat, maar op een kandelaar, en zij schijnt allen, die in het huis zijn;

16. Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken.

17. Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen.

18. Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.

19. Zo wie dan een van deze minste geboden zal ontbonden, en de mensen alzo zal geleerd hebben, die zal de minste genaamd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar zo wie dezelve. zal gedaan en geleerd hebben, die zal groot genaamd worden in het Konin

20. Want Ik zeg u: Tenzij uw gerechtigheid overvloediger zij, dan der Schriftgeleerden en der Farizeen, dat gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins zult ingaan.

21. Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt,