Pagina:Bijdragen tot de geschiedenis der wetenschappen en letteren in Nederland.djvu/197

Deze pagina is niet proefgelezen

HOLLANDSCHELETTERKUNDE. 175

fpreiden. Maaf de geest, die den grooten Kerkhervormer: bezielde, was de hunne niet. Het verftand, niet het gevoel, deed bij uitne- mendheid zijne fprake hooren. De finaak was niet genoeg verfijnd, om het onvorgelijke van vele woorden en fpreekwijzen levendig te be- feffen, of tot eene welluidende samenstelling van zinnen den vereischten maatftaf te bezigen. Voegt hierbij verkeerde begrippen, uit te ver gedrevene zucht tot geleerdheid en ongepastén godsdien ligeti ijver ontſproten, waardoor de ongebondene rede overvloeide van aanhalingen der oude Schrijvers en der Heilige Schrift; uit welke vereeniging inier zelden eene zonderlinge misgeboome van Heidenfche, Joodfche en Christelijke begrippen te voorschijn kwam. 7

Vormt u, Mijneheeren! een beeld, uit de

opgegevene trekken, vergelijkt hiermede den toeftand der Letteren in deze Gewesten, re zelfden tijde. Welk een verfahil zal bij den cerften aanblik uw oog treffen!

De Hollandfche natie was niet verflapt, ge- lijk de Duitfche, maar gevoelde zich meer dan ooit opgewekt en met jeugdig vuur ontvlamd, door de krachtvolle verrigtingen, waartoe zij door de omftandigheden was gedreven. Zij bevond zich, over het geheel genomen, m ee-