Pagina:Bijdragen tot de geschiedenis der wetenschappen en letteren in Nederland.djvu/87

Deze pagina is proefgelezen
69
Cornelis Drebbel.


Mij uren acheereen hebt onderwijs geſchonken;
En daar gij in mijn’ geest eene aandrift zaagt ontvonken
Tot vlijtig onderzoek, ſcheent gij met mij gediend,
Ja gaaft de voorkeur mij ligt boven menig vriend.

Waarſchijnijk zal, gelijk in vele andere gevallen, waar tegenſtrijdige gevoelens zich openbaren, zoo ook hier de waarheid in het midden liggen. De Werken van Drebbel ſchijnen te getuigen, dat hij geene aanſpraak heeft op den rang van grondig Geleerde of wiskundig denker; doch het is niettemin mogelijk, dat hij veel vernuft heeft bezeten in het uitvinden van kunstmatige inrigtingen en werktuigelijke zamenſtellingen. Het is mogelijk, dat hij bedeeld is geweest met de gave, om zijne uitvindingen onder de meest belangwekkende gedaante te vertoonen, en de oogen wel niet te verblinden, maar bij voorkeur op den uiterlijken ſchijn te vestigen.
De hooge ophef, waarmede ik dikwijls over de uitvindingen van Drebbel heb hooren gewagen; de geheimzinnige ſluijer, die dezelve ſchijnbaar bedekt, de tegenſtrijdige berigten aangaande hem en zijne wetenſchappelijke verdienſten, hebben, äls van zelve, gedurig mijne aandacht tot zich getrokken. Misſchien

kan
E 3