schrijnwerker, boekdrukker, goud- en zilversmid, borduurwerker, enz.[1].
Qualitatief was derhalve de Zuidnederlandsche toevoer van de grootste beteekenis voor Rotterdams welvaren. Vragen wij nu, wat deze inslag quantitatief, voor de Rotterdamsche bevolkingstoename, beteekend heeft, dan kan ook dit punt vrij nauwkeurig worden toegelicht. Wij nemen daartoe te baat de cijfers, die ons de trouwboeken verschaffen: deze registers vermelden de plaatsen van geboorte (doop) der in het huwelijk tredenden[2]. Uit deze akten blijkt, dat in het lustrum 1588 tot en met 1592 te Rotterdam werden ingeschreven 1308 trouwparen, en dat onder dit aantal niet minder dan 401 bruidegoms voorkwamen, die afkomstig waren uit Vlaanderen. Brabant en andere Zuidnederlandsche gewesten. In het jaar 1595 bedroegen deze cijfers nog: 62 Zuidnederlanders op een totaal van 292, in het jaar 1598: 75 op 278 huwelij ksinschr ijvingen. De telling over het jaar 1605 levert als resultaat, dat van 371 bruidegoms er 71 van Zuidnederlandschen oorsprong waren.
De hier verstrekte cijfers wijzen dus uit, dat in de eerste jaren hunner vestiging het aandeel der Zuidnederlanders aan de huwelijken 4/13 of ruim 0.3 bedroeg, en dat deze verhouding in de jaren 1595, 1598 en 1605 nog onderscheidenlijk stond op + 0.21, op 0.27 en op + 0.16. Aannemelijk schijnt nu de gevolgtrekking, dat bij den aanvang der zeventiende eeuw de Zuidnederlandsche inslag ongeveer 1/5 gedeelte van de Rotterdamsche bevolking heeft uitgemaakt.
Even als elders in de Noordelijke gewesten gingen ook te Rotterdam de Zuidnederlanders maar amper voor stamgenooten door. Nog in het jaar 1608 moet een scherpzinnige kop als Willem Usselincx
- ↑ Zie over de goud- en zilversmeden het opstel van Nelly Alting Mees in Oud-Holland. Jaargang 1916.
- ↑ Aangezien men óf kerkelijk óf burgerlijk trouwde, vielen hier 2 registers te raadplegen: het trouwboek der Groote Kerk en het stadstrouwboek. Het kerkelijk trouwregister is in de eerste plaats een register van ondertrouw en bevat inschrijving van alle paren, die te Rotterdam kerkelijk in ondertrouw werden opgenomen en waarvan dus bruidegom of bruid te Rotterdam woonachtig moesten zijn; het stadstrouwboek vermeldt alleen de ten stadhuize gesloten huwelijken. Voor mijne cijfers heb ik nu de kerkelijke ondertrouw-inschrij vingen en de burgerlijke huwelijksvoltrekkingen bijeen geteld.