Pagina:Bilderdijk, Navonkeling 2 (1854).djvu/91

Deze pagina is proefgelezen

— 93 —

Hervat op struik en lindentop
Zijn menglend blijlied weêr.
De jaren vliên, ’t heelal verkwijnt,
De tijden spoeden voort;
Gy blijft, waar ge in het zwerk verschijnt,
Bestendig als Gods woord.
Nog schittert ge in de zelfde kracht
In ’t graauw der zwangere wolk,
Als, spieglend met uw eerste pracht
Op ’t vlak der waterkolk.
En, zoo eene Eeuw op dwaasheên trots,
U onverschillig ziet,
Het hart eens Grijzaarts barst nog los
In dit gevoelig Lied.

1825.