Pagina:Bilderdijk, Rotsgalmen 1 (1854).djvu/17

Deze pagina is proefgelezen

— 19 —



EEN VIERDE.

Weldadig God, hoor ons gebed!
Zie neder! zie Zijn borst bezweken;
Ja, zie Zijn stervende oogen breken!
    Verlos en red!

EEN VIJFDE EN ZESDE TE SAMEN.

God des Hemels, aller Vader,
God van wraak en zoen te gader,
    Hoor ’t gebed!
Zie Uw Zoon in pijnen sneven,
God van God aan ’t kruis begeven!
    Verlos en red!

CHOOR.

Zwijn, o zon, gy zaagt Hem sneven!
Zucht, Natuur, Zijn doodsnik na!
Zucht, van enkel nacht omgeven!
Heel ’t geschapendom verga!

EEN STEM.

Zwijgend duister, dat me omvangt,
Laat my klagen, laat my schreien,
In de ontroering die my prangt,
Dat de Heilige is verscheien.
Leven! gy werdt zonde en slijk;
Sterven! gy werdt goddelijk.

BEURTSTEMMEN.

Dood, waar is uw vreeslijk wapen?
Waar de prikkel van uw schicht?
Wie heeft u den arm ontwricht?
Wie het akelig gehuil
Van uw donkren jammerkuil
Tot triomfzang omgeschapen?
Jezus, Jezus brak uw macht,
In Uwe ondoorzienbre nacht!
Hy, in ’t zegenrijk ontslapen
Zijn’ verlosten voorgegaan,
    Om aan ’t leven
    Weêrgegeven
Eeuwig voor Zijn throon te staan!

’s Levens beker zal ons laven,
Vrijgekochten door zijn bloed;