Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/104

Deze pagina is proefgelezen

»Gij hebt mij iets gevraagd?" vroeg hij verwonderd.

»Ja, Sir! ik wilde weten of wij welhaast het punt bereikt hebben, waar gij besloten zijt aan wal te stappen?"

»Wij zijn er zoo aanstonds. Hij wacht mij in dat kleine huis daarginds, dicht bij het park; maar verveelt u dit watertochtje, dat gij die vraag doet?"

»Inderdaad! zou dat te verwonderen zijn? Ik ben gewoon in lustiger gezelschap dan het uwe op dit oogenblik is, over den Teems te glijden…"

»Is dit een verwijt?"

»Van uwe stroefheid en hardnekkig stilzwijgen, ja!"

»Mylady! Bedenk dat gij uit eigen vrijen wil verlangt hebt mij te vergezellen, dat ik gewenscht had den tocht alleen te doen…"

»En dat gij daartoe menigte van zwarigheden hebt geopperd, die ik allen heb wederlegd of uit den weg geruimd, op zulke wijze dat ik zelfs mijne sekse heb verloochend, om mij te maskeren onder het gewaad van een edelknaap, omdat gij mij voorhieldt hoe hij moeilijk tot een ernstig onderhoud zou te bewegen zijn, in de tegenwoordigheid eener vrouw; en dit bezwaar overwonnen zijnde…"

»Bleef er nog een; het grootste v;1,n allen, dat u en mij zelven betrof. "

»En welk dan?"

»Ik kon voorzien dat ik in een uur als dit, meer in de stemming zou zijn om ernstig met mij zelven te rekenen, dan om een vermakelijk gezelschapshouder te wezen voor u, daarom bad ik u mij te vertrouwen en mij alleen te laten."

»Wat vertrouwen aangaat, Sir! van mijne zijde heb ik u, geloof ik, geene zoo geringe bewijzen daarvan gegeven, dat gij het eenigszins in twijfel kunt trekken; maar wat uw verlangen aangaat om bij deze samenkomst geen enkelen getuige te heb. ben van onze zijde, daar kon, daar mocht ik niet mede instemmen, ook om uws zelfs wil, opdat die later niet verkeerd mocht worden uitgelegd. Het Hof, Sir Thomas, heeft te dezer dage zooveel openbare aanvallers en zooveel geheime vijanden, dat het recht heeit argwanend te zijn, en ik moet u bekennen: men wantrouwt daar nieuwe vrienden, die nog geene andere proeven van zinsverandering hebben afgelegd dan beloften."