Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/111

Deze pagina is proefgelezen

of liever, gij hebt verstaan wat ik u zooeven zeilde en dat volle ernst was. Ik ga den Koning dienen, mijn wettigen Koning, na hem lang in zijne rechten miskend en bestreden te hebben op eene on barmhartige wijze Ik ga mijn ongelijk herstellen; daarin is niets gelegen wat een welgeboren man zich behoeft te schamen. »Ik ga het koninklijk gezag, de koninklijke voorrechten oprichten uit hunne gezonkenheid en op vasten grondslag vestigen. Het is eene grootsche en edele taak, waarvan ik al de bezwaren inzie, doch die ik op mij genomen heb te volbrengen; eene mindere voldoet mij niet meer, en deze is voor mijne krachten berekend Noem dit zooals gij wilt, maar geloof mij, doe dezen stap gelijk met mij, het zal ons beiden goed zijn samen te blijven."

»Zoo is het dan toch waar!" hernam Pym in eene diepe verslagenheid en op een toon, als had hij uit Wentworth woorden niets begrepen dan alleen de bevestiging van hetgeen hem zulke zielesmart toebracht.

»Ik heb mijn vriend Thomas Wentworth verloren, en die mijn vriend was, gaat mij verlaten en een verrader worden!’ En Pym sloeg zich heftig met de vuist op de borst, als wilde hij de sterke aandoeningen verdrijven, die hij daar voe1de opkomen.

»Ik bid u, John! onthouden wij ons van haastige en bittere voorden." wiel nu Wentworth in, somber en wel getroffen door de diepe ontroering van zijn vriend, maar toch zich zelven oogenschijnlijk gelijkblijvende in kalmte van houding en koelheid van trekken. »Hoor mij geheel, eer gij mij oordeelt. Bedenk hoe ik, eenvoudig land-edelman, die niets zocht dan de rust van het studeervertrek, die leefde in de navorsching van classieke schrijvers, plotseling en mijns ondanks in de openbare verdeeldheden werd betrokken en daarin dus verwikkeld, dat ik eindigen moest met er deel aan te nemen, zou ik niet lijdelijk slachtoffer zijn. Toen eenmaal uit mijne ruste opgeschrikt, voelde ik de onrust die tot strijden en werken prikkelt, de leegte die niet meer door de kalme genietingen van voorheen kon worden aangevuld, en zoo nam ik de eerste plaats de beste die ik open zag, zonder keuze, zonder nadenken, en vooral zonder te overwegen dat dit eigenlijk mijne plaats niet wezen kon!’

Pym, die eerst van drift was opgesprongen, had intusschen