Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/188

Deze pagina is proefgelezen

werkt en waakt; al is hij wat mak en al valt hij wat sluimerziek te dezer stond; men trekke hem slechts aan eene gevoelige peeze, en hij zal wakker worden en opstaan en de leden rekken en de manen schudden en de tanden laten zien aan wie zijn zwaard minachten of zich vergrijpen durft aan zijne trouw bewaarde pijlen; hij zal toon en wie hij te voren was, men twijfele daaraan niet; wie aan zich zelf twijfelt, is alreede verloren, en een volk, dat, hoe verdeeld van gevoelens, toch eenheid heeft van wil om eene vrije, zelfstandige natie te blij ven; een volk, dat gewoon is door de zinspreuk: »Eendracht maakt macht," het »Je Maintiendrai" van den Oranjevorst te steunen, dat volk heeft nog geen nood om tot de diepte te dalen, waarin de bondgenoote van het Zuiden is weggezonken; dat volk heeft nog eene toekomst… Zeker, daar is nog eene toekomst voor dat volk; maar… Ay, something of Venice!" valt eene ongeduldige lezeres in; — juist, van Venetië gaan wij spreken, niet om in ’t breede te vertellen wat er van den Leeuw met het Boek is geworden, dat van algemeene bekendheid is: slechts voor een enkele, die onwetendheid mocht voorwenden, zij het gezegd, dat het machtige Venetië de groote heerscheresse der wateren, het van zich zelve heeft moeten getuigen, »dat ook de staf van haar is geweken;" erger, de staf over haar is gebroken! Dat is geschied, zeker door den loop der wereldgebeurtenissen, die het niet in hare macht stond te keeren, maar toch ook omdat de krachtige koninginne der Adriatische zee zonen kweekte, harer onwaard; in overmaat van rijkdom loert bederf, en overmoed zinkt tot zwakheid; — het verbasterd nageslacht, dat slechts wist te stoffen op de grootheid der vaderen, zonder hunne daden te kunnen navolgen, verspilde krachten en schatten in weelde en wellust en in roemlooze ledigheid; — de Republiek daalde met ieder nieuw tijdperk, dat over Europa aanlichtte, eenige graden in macht en in aanzien bij de volkeren, en waar van buiten haar invloed taande, bleef zij inwendig onveranderd, gedrukt door eene staatsinrichting, meer geschikt om den volksgeest te dempen dan op te wekken. — Eene regeering, die zich meer bevreesd voelt dan bemind, wordt wantrouwend en tiranniek, en een bestuur, dat een stelsel van bespieding noodig heeft om zich staande te houden,