Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/190

Deze pagina is proefgelezen

„Rykdom met weeld’ en maklykheid verlaeden
„Een roofster is, die ’s menschen hart tot min
„Des levens wekt, De vreez van ’t lijf te schaeden
„Drijft spot met lof. Geen forsser vijandin
„Dan bloodigheidt van heerelyke daeden!"

Dat verwijt zou het hedendaagsche Venetië met fierheid van zich kunnen afwijzen, want het meerendeel harer edelste en schranderste zonen zou zich lijden en lijfsgevaar willig getroosten — heeft zich aan beide met moed en zelfverloochening blootgesteld, om tot die ééne groote daad te komen, van vrij making uit onwaardige banden, en zij houden in gespannen verwachtingen met eene onbeschrijfbare mengeling van hoop en vreeze het oog gericht op den man, die hun het uitzicht opent op eene bevrijding, waarbij zij zelve eene andere houding kunnen aannemen, dan die zoo lijdelijk is en zoo diep vernederend tevens: zich te laten verkoopen en leveren! Op dien echten, groothartigen vrijheidsheld, wien de vingeren joken, om hare ketenen te verbreken, die na zooveel voor zijn Italiaansch vaderland gedaan te hebben, zijn werk niet voltooid acht, voordat hij de boeien heeft geslaakt van het verdrukt Venetië; den man, die trots de berekeningen der zelfzucht en de slingerpaden der intrige, waarbij tijdverlies kostbare winst wordt geacht, trots den onwil van machtige potentaten, die aarzelen of terugdeinzen, schoon hulpe dringend wordt geëischt, met al de stoutmoedigheid der zelfbewuste kracht reeds vooruit het tijdstip aankondigt, waarop hij ter harer redding zal toesnellen[1]. Mocht zijn tocht dan een gezegende zijn en een zegevierende, wij kunnen niet verzwijgen dat wij het wenschen… Mocht het vrijbuiterij op politiek terrein geacht worden, dien wensch uit te spreken, het zou ons leed doen, maar… terugnemen kun-

  1. . Het veranderd aanzicht van den stand der gebeurtenissen dwingt mij opnieuw den zetter te kwellen met eene noot, Zoo de staatswijsheid den grooten vrijbuiter raadt, den tijd van zijn kruistocht te verdagen, achten wij hem te grooter omdat hij lijdzaamheid genoeg heeft, en zeJfverloochening genoeg, het meest geraden oogenblik af te wachten, met voorbijzien van alle persoonlijke ijdelheid, die menigmaal groote mannen tot grove onvoorzichtigheden heeft geprikkeld.