Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/192

Deze pagina is proefgelezen

belangen, en zoo men terugging voor alle maar’s en hoe’s, die er kunnen opgeworpen worden eer men eene edelmoedige in- spiratie opvolgde of toejuichte, dan zou menige grootsche daad, menige krachtige handeling, die de gedaante der wereld heeft veranderd, nimmer zijn ondernomen of volvoerd; en zoolang wij, Nederlanders, Willem van Oranje en Willem III [1] niet uit onze geschiedenis kunnen wegnemen noch dat willen, heeft men ook niet het recht op de Italianen en Garibaldi met ergernis of met een glimlach neer te zien, omdat zij althans beproeven willen, of er uit de misvormde en verdeelde landschappen van hun vaderland niet een zelfstandige eendrachtige staat zij te vormen… en moge men ons ten goede houden, dat wij deze pogingen steunen met onze wenschen, sinds dit de eenige wijze is, waardoor wij er deel aan kunnen nemen, Maar zoo wij den Italiaanschen vrijheidsheld een zegevierenden intocht toewenschen in Venetië (wanneer dan ook), is die wensch toch niet onvoorwaardelijk, en zagen wij hem liefst een triomf vieren, die, hoe ongelijksoortig ook in uiterlijke omstandigheden, toch in zedelijke waarde vergelijkbaar mocht zijn met dien, welke eens werd behaald in datzelfde Venetië door een krijgsheld, een landgenoot [2] van Garibaldi, een geestverwant evenzeer,

  1. Men gaat mij tegenwerpen, dat de beide Oranjevorsten het zwaard hebben aangegord voor hoogere belangen dan die der burgerlijke vrijheid alleen; maar het geldt hier toch ook een groot denkbeeld; waarbij de menschheid zeker zal gewonnen hebben, zoo het zich laat verwezenlijken; vrijheid van consciëntie, die noodzakelijke voorwaarde van zuiveren godsdienst, kan immers niet tieren onder een despotisme, dat priesters tot spionnen verlaagt en dat de kerkelijke inquisitie gebruikt om de staatsinquisitie te steunen! Laten protestantsche Nederlanders het niet voorbijzien, dat zich ook onder de katholieken in Italië de behoefte openbaart aan meer ruimte en meer licht, dan eene geestelijkheid, die zich dienares heeft gesteld van Oostenrijksche of Bourbonsche dwingelandij, hun zou kunnen geven of zou willen toestaan.
  2. Landgenooten! maar Nizza is nù Fransch en Venetië Italiaansch, en zeker, de Venetiaan van de veertiende eeuw zou zich geen landgenoot genoemd hebben van den Piemontees, zoomin als een Fries of een Groninger zich in den grafelijken tijd landgenoot zou hebben genoemd van een Kennemer of een Zeelander; wij behoeven in dezen toch zoo nauw niet te rekenen.