Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/193

Deze pagina is proefgelezen

zoo wij meenen, althans zooals deze zich voor ons oog vertoont, op den afstand vanwaar wij hem kunnen bezien, en terwijl de reeks zijner daden nog niet is afgesloten.

Het is om op dezen grooten overwinnaar op dezen Vittore Pisani te wijzen, dat wij een omweg genomen hebben langs den hedendaagschen kampvechter van Italië heen, of liever, door eene zeer verklaarbare speling der gedachte, bracht de een ons tot den ander, en toen wij ze in verbeelding dáár naast elk. ander hadden geplaatst, meenden wij, ondanks het groot verschil van afkomst en positie, familietrekken bij hen op te merken, die onze belangstelling in het verkozen onderwerp verhoogde; mocht die van den lezer er niet door verkoeld zijn!

De naam van Vittore (wilt ge liever Victor?) Pisani stond geschreven in het Gulden Boek van Venetië’s ouden adel, en de Geschiedenis, waar zij zijne daden boekstaaft in korte en krachtige trekken, schonk hem niet slechts de lauwerkroon der dapperen, maar zij vlocht hem daarnevens den eikenkrans der burgerdeugd en die beide verlicht door den aureool van het martelaarschap.

Om uit te vinden of zij hier ook al te vrijgevig is geweest, moeten wij hem waarnemen in verdrukking en in zegepraal; men heeft reeds begrepen, dat wij daartoe terug moeten naar het verre verleden. Sinds de laatste Doge van droefheid en schaamte bezweek, toen hij eigenhandig het doodvonnis van de Republiek had geteekend, heeft Venetië van geene overwinningen meer te roemen gehad, maar slechts over nederlagen te treuren. Gun ons dus, dat wij u helpen terugzien op het Venetië van 1378, het tijdperk harer wassende grootheid en kracht, een tijdperk ook van zware worsteling en ongemeene krachtsinspanning.

Als Venetië wordt genoemd, ijlt de fantasie fluks naar het St, Marcusplein, Daar rijst voor haar op die grootsche groep van gebouwen, die het meest sprekend de stad der Lagunen karakteriseeren: die wondervolle hoofdkerk, aan den Evangelist gewijd, wien de Republiek tot schutsheilige koos, dat oude Dogenpaleis, in al den rijkdom der fantastische bouworde van het Byzantijnsche keizerrijk, met zijne grillige sieraden, statige galerijen, binnenplaatsen en bogen, reuzentrap en fonteinen; daar