Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/200

Deze pagina is proefgelezen

maar zeer zelden hare vrijwillige bondgenooten. De Hertogen van Milaan, van Florence, van Modena stonden beurtelings vijandelijk tegen haar over; Bologna, Pisa, Padua, Lucca, verhieven zich tegen hare wassende grootheid, totdat zij door de overmacht gedwongen waren hare meerderheid te erkennen; maar geen van die allen was haar zoo werkzaam, zoo volhardend, zoo onverzoenlijk vijandig als de republiek van Genua. Genua zelve, eene bloeiende zeemogendheid en door de stijgende grootheid van Venetië in eigen belangen gekrenkt; door de stoutheid en het goed geluk harer handelsondernemingen in hare eigene welvaart bedreigd, in hare eigene vlucht als gefnuikt, was eene wakkere en waardige mededingster, die met Venetië om den voorrang durfde strijden tot op het uiterste. Menige bladzijde van de geschiedenis der oude republiek is somber getint door de bloedige episoden van de verschillende oorlogen tegen Genua gevoerd, en het tijdperk, waar wij het oog op slaan, is er mee vervuld van den aanvang tot den einde. Bij uitputting van de krachten der beide strijdenden werden vredesverbonden gesloten, even onvast als de wil der mededingsters om in wezenlijke eendracht te leven; ook, zoo haast men na korte verademing zich de krachten gesterkt achtte tot eene nieuwe worsteling, was het nietigste voorwendsel eene welkome aanleiding tot het hervatten van den strijd. Eene nietige oorzaak was zeker niet die, waaruit na een kort respijt ten jare 1378 tusschen de Venetianen en Genueezen een oorlog ontbrandde, zoo fel en verderfelijk, dat de Republiek er bijna door ten gronde werd gericht.

Had men vroeger om ’t bezit van Candia gestreden, ditmaal gold het Tenedos — Tenedos, door zijne ligging aan de Dardanellen van het uiterste gewicht voor den handel en de zeevaart op de kust van Azië die beide partijen elkander met gloeienden naijver betwistten.

De Venetianen oefenden op dat tijdstip grooten invloed op de zaken van het Grieksche keizerrijk, en hunne kooplieden genoten gunsten en voorrechten van den ouden keizer Cajolean, waarover de Genueezen in ’t geheim wrokten, en die hen aanzetten om zich te mengen in een somber drama, dat te dier dage in de Grieksche keizersfamilie te Constantinopel werd af-