Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/202

Deze pagina is proefgelezen

en met gelijke voorwaarde: de schenking zelve te bemachtigen en te bewaren.

Dat zou de zwarigheid niet zijn, oordeelde Justiniani. Overtuigd van de groote waarde, die de gift had voor zijn vaderland, was hij niet al te nauwlettend in het onderzoek, of zij volkomen wettig was, en of ook de vroegere rechten der Genueezen er door gekrenkt werden. Hij stevende onverwijld naar Tenedos, vond den goeverneur, die nog altijd aan Cajolean gehecht was, bereid diens bevelen te gehoorzamen, en de Venetianen in ’t bezit te stellen van de forten, de ankerplaats en het arsenaal. Zoo haast de Groote Raad van Venetië kennis gekregen had van deze belangrijke in bezitneming, zond hij versterking naar Tenedos en benoemde Karel Zeno tot goeverneur. Als men denken kan, zaten de Genueezen niet stil bij zoo wichtige gebeurtenissen. Zij zetten Andronicus op, om zich aan te gorden ter herneming van Tenedos, maar die onderneming mislukte volkomen. Karel Zeno wist te bewaren wat hij verkregen had, en de banier van St. Marcus bleef zegevierend wapperen over de wateren van de Dardanellen, ten spijt van den toorn en de wangunst der Genueezen!

Men behoefde voorwaar geene naijverige mededingster te zijn, om uit de in bezitneming van Tenedos een casus belli. te maken; en de Genueezen waren geen lieden om de gelegenheid te laten verloren gaan, maar zij gebruikten de voorzichtigheid, een voorwendsel te zoeken, dat den Griekschen familietwist buiten het spel liet, eer zij vormelijk den oorlog verklaarden. Dat voorwendsel vonden zij in een onbeduidenden rangtwist tusschen de ambassadeurs der beide gemeenebesten ten hove van den koning van Cyprus.

Feitelijk hadden zij al vooruit den bezworen vrede gebroken,door de represailles, die zij trachtten te nemen op Lemnos, waar zij teruggeslagen werden, en door zich te verbinden tegen Venetië met Francesco Carrara, den ouden verraderlijken vijand van de Republiek, met den patriarch van Aquipuleja, die deze gelegenheid wilde gebruiken om zich onafhankelijk te maken, en van Lodewijk, koning van Hongarije, die zich met hen verbond om het recht te hebben Dalmatië te hernemen, dat hij aan Venetië had moeten afstaan.