Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/203

Deze pagina is proefgelezen

Tegen dit machtige bondgenootschap hadden de Venetianen niets over te stellen dan hunne eigen kracht en de vriendschap van den koning van Cyprus, een geällieerde, dien zij zelven eerst in zijne staten moesten terugvoeren, eer hij hun diensten kon bewijzen. Maar de Republiek had goeden moed, rijke hulpbronnen, wakker krijgsvolk, dappere legerhoofden en eene weltoegeruste oorlogsvloot, waarover Vittore Pisani het bevel voerde, met Barba en Loredano als proveditori (eene qualiteit, die aan onze gedeputeerden te velde beantwoordde). Het was niet voor het eerst, dat de eer en de belangen der Republiek aan dezen vlootvoogd waren toevertrouwd. Hij was grijs geworden in den dienst van zijn vaderland, en hij was onder allen de man, van wien men om zijn verleden en zijn karakter de grootste verwachtingen koesterde. Hij lag met zijne vloot ten anker bij Antium, aan den mond van den Tiber, toen het groote treurspel aanving, waarvan hij de held en het slachtoffer zou wezen. Hij kreeg tijding, dat de Genueezen naderden tot een vijandelijken aanval; met eene aanzienlijke scheepsmacht en aangevoerd door Ludovico Fiesko, waren ze geen vijanden die men moest licht achten. De Venetiaansche admiraal, verblijd dat het eerste treffen geen ongelijke strijd zou zijn, maar aanleiding kon worden tot eene roemrijke overwinning, zeilde de aanvallenden te gemoet, moedigde zijne soldaten en matrozen aan op eene wijze zooals hij alleen dat verstond, en men stelde zich vaardig tot den kamp als tot een zekeren triomf.

In dit tijdperk was een zeestrijd te meer bloedig en moorddadig, naarmate de wapenen, waarmee die gevoerd werd, meer ongeschikt waren en minder afdoende. Wolken van pijlen verduisterden de lucht bij de nadering der vloten, maar daar deze lichter menschen konden moorden dan galeien in den grond boren, daar de verovering van elkanders vaartuigen toch het groote doel was van den slag, naderde men elkander roerlings, zoodat men spiesen, slingers en werpsteenen kon gebruiken; de elementen deden er het hunne toe om de strijdende galeien opeen te dringen; men greep zwaarden, bijlen en entermessen; men klampte wederzijds aan boord; het werd op ieder vaartuig een gevecht van man tegen man; het duurde uren eer de hardnekkige strijders het opgaven, die geen ander heil schenen