Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/209

Deze pagina is proefgelezen

volk adem te laten scheppen, en onder den invloed van het mildere jaargetijde als met verjongde kracht en met vernieuwden moed de worsteling tegen de Genueezen te hervatten. Maar met alzoo zou het zijn; de rust werd voor hem en de zijnen ongenietbaar gemaakt. Luciaan Doria, de nieuwe admiraal der Genueezen, verscheen met zijne vloot op drie mijlen afstands van Pola. Het scheepsvolk van Pisani verkeerde in een overprikkelden toestand, en dat tergend naderen van een vijand, wien men den ganschen winter had moeten mijden, had iets onuitstaanbaars voor hen, wien de lange werkeloosheid tot een straf was geworden. Zij snakten naar een daad, die hun tevens de zee zou openen en de vrijheid hergeven om naar Venetië terug te keeren. De admiraal Pisani had niet de gewoonte zich door zijne onderhoorigen te laten dwingen, maar hij wist dat er gevallen zijn, waarin de overspannen gemoederen gevierd willen zijn, zal de band der gehoorzaamheid niet worden losgerukt. Hij gaf gehoor aan hunne dringende bede; hij vulde in de haast de bemanning zijner schepen aan met Inwoners uit Pola, meer gewillig dan geoefend tot den strijd. Hij rekende op de versche troepen, die hem waren toegevoegd; hij rekende vooral op zijn eigen moed en beleid, om de zwakte van zijne scheepsmacht te vergoeden, en hij koos zee, om Doria tot een zeeslag te dwingen en voor dat hatelijk uittarten te straffen. Maar nauwelijks had hij de veilige haven verlaten, of er stak een hevige storm op, die zijne vloot verstrooide. Tegen Gods almacht was geen strijden, maar de admiraal had het voorrecht het groootste deel zijner zeemacht hereenigd te zien bij de kusten van Apulië Nog ééns scheen de krijgsfortuin hem toe te lachen. Zij voerde hem een smaldeel van den vijand toe, dat hij tot den strijd wilde uitlokken, maar deze vermeed het gevecht, week uit en zette af, als ware hem de moed ontzonken zich met de Venetianen te meten; te driftiger vervolgde hem de admiraal, aangevuurd door de zucht om zijn vaderland te bewijzen, dat geene lauwheid, maar wijsheid hem vroeger voor het ondoenlijke had doen teruggaan; in dien gloed van ijver, wij zouden misschien kunnen zeggen, in de gejaagdheid waarmee de vervolger bevangen wordt, als hij den vluchtende naijlt, was hij wellicht minder goed beraden dan strijdlustig,