Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/212

Deze pagina is proefgelezen

hadden gevonden. Zeker, hij was met de fiere kalmte van een held, met de grootsche berusting van een Romein, zijn kerker binnengetreden, en de krenking, de mishandeling, waarmee men die inkerkering had verzwaard, had hem geen klacht ontlokt. Maar de waarnemingen, die hij deed in dat duister verblijf, en de indrukken die hij daar ontving, maakten het hem onmogelijk in die Stoïcijnsche berusting te volharden; hij moest iets anders zijn geweest dan een mensch, veel meer of veel minder; zijne borst had van marmer; zijn hart van brons moeten zijn geweest, zoo hij koel en onbewogen had kunnen blijven bij ’t geen hij doorleefde in die eenzaamheid, want (was het verzachting of verzwaring van zijn lot?) want, hij was in dien kerker niet zóó volkomen afgesloten, of hij kon eenige kennis verkrijgen van ’t geen er omging in de wereld daarbuiten. De gewelven, die tot staatsgevangenis dienden, lagen aan de achterzijde van het paleis, welks muren door de wateren van het groote kanaal bespoeld werden, op zulke wijze dat het geklots der golven en de riemslag van de galeiroeiers en gondeliers doordrongen tot het gehoor der gevangenen; dat hunne stemmen, als zij elkander toeriepen of hunne liederen aanhieven, dáár werden verstaan door het luisterend oor, dat met gretigheid alle klanken en geluiden opving, die wat afwisseling gaven aan de treurige eenzaamheid. Pisani vooral was in dezen een der meest begunstigden. Zijne gevangencel was juist niet de allerellendigste dezer akelige verblijven; zij lag iets boven het peil van het water en was voorzien van kleine ruitvormige openingen, waaruit eenige versche lucht tot hem kwam door het dichte fijne tralienet heen. Het werd welhaast de eenige vervulling van zijn leven, deze klanken en geluiden te beluisteren, te onderscheiden, uit te leggen. Alle vermogens van zijn geest en lichaam, die hij gebruiken kon, spande hij in om op deze wijze als gemeenschap te oefenen met hetgeen er omging op ’t kanaal, in de haven, in Venetië; zijn gehoor werd er op gespitst als dat van een wilde; zijne intuïie, zijn raadvermogen, nog gescherpt door de volstrekte duisternis, die het zintuig van het gezicht alle afleiding ontnam, werd zoo verfijnd en verhelderd, dat hij, om het zoo eens uit te drukken, zelfs de stilte verstond, die eenige sekonden het luiden van het Ave Maria voorafging; dat hij