Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/225

Deze pagina is proefgelezen

vreesachtig het hoofd, en fluisterde slechts de grieven die het niet kon laten gelden. Maar nu was de kans gekeerd. De patriciërs hadden te rekenen met hunne kliënten; de hoofden der Republiek hadden te luisteren naar het gevoelen van al hare leden, en deze werden zich bewust wat zij noodig hadden.

Daar stroomde het volk van Venetië bij duizenden naar de St. Marcus-plaats heen; daar drongen zij samen naar het paleis van den Doge het Paleis ook van den Staat, waar de Signoria vergaderd was op dat oogenblik. Daar riepen duizenden stemmen forsch en heftig: »Wij willen Vittore Pisani tot aanvoerder; met dezen willen wij strijden voor de Republiek, wij allen, en overwinnen. Wij willen Vittore Pisani in vrijheid zien. Wij willen, dat onze oude admiraal zal hersteld worden in al zijne waardigheden! Wij willen dit, en dit alleen, maar ook met niets minder zijn wij te bevredigen!"

De wateren, door den orkaan opgedreven, zijn niet meer onbedwingbaar dan eene volksmassa in gisting; de stroom viel de galerijen binnen, niet weerhouden door het verzet der dienstdoende wachters, zoo er verzet was, sinds de soldaten der Republiek eenswillend waren met de eischen, die het volk kwam doen; het zou de trappen zijn opgestormd, en de groote raadzaal binnengedrongen, zoo de Doge en de Leden van den Raad van Tienen het niet waren te gemoet gegaan, als om het verlangen der menigte te hooren, dat zij maar al te goed verstaan hadden; maar die tegemoetkoming scheen als een eerste stap tot de verhooring van hare wenschen, die dan ook even levendig, schoon minder luid en minder verward, werden herhaald. De Doge en de Leden van den Raad van Tienen beloofden, dat men het voorstel van Venetië’s burgers in overweging zou nemen, mits men zich rustig hield in afwachting van het besluit. Men deinsde niet terug, men hield stand, maar men hield ook de beloofde rust.

De overwegingen van den raad van Tienen moesten kort zijn, maar zij waren niettemin heftig. Dat hun toegeven aan het verlangen van het volk als een bewijs van zwakheid zou gelden, was hunne minste zorge. Men was op een tijdstip, waarin alle gewone grenzen werden teruggezet; waarin alle banden waren