Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/235

Deze pagina is proefgelezen

waar hij zondebelijdenis had te doen voor God; dat hij, aan het middelaarschap van Christus geloovende, toch nog den bijstand van een mensch vroeg, om hem onderpand te gevenvan aan schuldvergiffenis.

Wij, die de verlichte vroomheid eeren in onzen protestantschen de Ruyter [1], wij kunnen den zeeheld van de XIVde eeuw, waarin noch de Boekdrukkunst noch de Hervorming hare diensten hadden kunnen doen ter vrijmaking van den menschelijken geest, aan de voeten zien van zijn biechtvader, zonder ergernis niet slechts, maar met eerbied voor den ootmoed van den Christen, die zich de vernedering voor een mensch niet schaamt, waar hij wil opklimmen tot de gemeenschap met God.

Geheel anders echter moet ons oordeel zijn over hen, die, in aanraking komende met al het licht, dat de fakkelen van ’t goddelijk Evangelie en der menschelijke kennis beide, reeds eeuw bij eeuw, telkens ruimer milder, helderder verspreiden, over de nieuwe wereld zoowel als over de oude, toch willens en wetens, ja met verharding van den wil, en met verkrachting van het geweten, de oogen sluiten voor die liefelijke stralen, en zich als met weelde rondwentelen in het slijk des bijgeloofs, of er het zwaard voor opheffen zoolang ze een arm hebben om dat te voeren. zij, zij verdienen… de veroordeeling, die hen alreede heeft getroffen; laten wij ze daaraan over. — De bijl ligt niet meer aan den wortel van dien giftboom, die Italië zoolang heeft verpest, maar zij is reeds opgevat en wordt dapper gehanteerd; de spade is er in den grond gestoken ter ontginning van distelen en doornen, die den rijken en grootschen plantengroei van het Zuiden verstikten, en het is misschien meer dan tijd op dit oogenblik, om andere.waarschuwingen aan het volk van Italië en hare bevrijders te richten dan die tegen bijgeloof is geen minder kwaad en is even verderfelijk voor der volkeren heil en der staten vastheid; met Rome den rug toe te keeren, is men nog geen Christen geworden; en ziedaar wat er noodg is ook in Italië, ook voor de Italianen, zal het

  1. Men herinnert zich zijne waardige toespraak aan eenige predikanten van verschillende gezindheid, die hij uit de boeien der Algerijnen had verlost.