Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/42

Deze pagina is proefgelezen

huis van den jager verdwenen, en de pastoor had zich later over zijne verdwijning uitgelaten op eene wijze, alsof hij door bloedverwanten was herkend, opgevorderd en medegenomen.

Dit was alles, wat zij mij van hem kon mededeelen: gij begrijpt, hoe weinig het mij bevredigde, en hoe pijnlijk mij de zekerheid was, hem verloren te hebben, aan wien ik mij voor altijd zoo innig verbonden gevoelde.

»Ik had zoo omstreeks een jaar te Parijs geleefd, toen er in het huis mijner ouders een oude edelman verscheen, aan wien ik werd voorgesteld, een allerinnemendste hoffelijke grijsaard, de eerste mensch na Edgar, die mij met zachtheid en hartelijkheid toesprak en behandelde, en wiens wijze van zijn mij aantrok… het was de hertog de Thionville,"

»De Hertog De Thionville, die nu uw gemaal is?"

»Neen, het was de vader. Hij kwam met den mijnen onderhandelen over mijn huwelijk met zijn zoon; toen zij het onderling eens waren, werd het mij aangekondigd, niet als iets, waarbij men mijne toestemming noodig achtte, maar slechts als iets, waarvan men mij kennis gaf. Nu ik alle hoop verloren had Edgar weder te zien, of zelfs van hem te hooren, was het mij bijna onverschillig, welk lot men mij toedacht. Ware het de oude, minzame hertog de Thionville zelf geweest, ik had met zekere rust, met zekere blijmoedige gewilligheid het juk op mij genomen; maar de zoon, de vreemde jonge man, dien ik niet kende, van wien ik altijd slechts door derden hoorde, en dien ik zelfs niet zien zou vóór den dag van onze vereeniging — want hij bevond zich nog te Weenen, waar hij zijne studiën had voltooid; dit scheen mij het moeilijkste, wat men nog van mij gevergd had, en ik streefde tegen zooveel ik durfde en konde, maar gij begrijpt, dat mijn zwakke tegenstand vruchteloos was, en zooveel gewicht hechtten onze wederzijdsche betrekkingen er aan, dat deze verbintenis gesloten werd, dat die zelfs niet werd uitgesteld om de afwezendheid van den bruidegom op den dag van het huwelijk, daar een zijner neven mij huwde in zijn naam.

»De oude hertog trachtte in goedheid voor mij te vergoeden, waar men mij griefde door dwang of door verwaarloozing. Hij zelf geleidde mij hier naar het kasteel Thion-