Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/91

Deze pagina is proefgelezen

te lande bij zulke gelegenheden worden in acht genomen.

»Reeds heeft zij mij, na den dood van mijn vriend, de tweede verdieping doen ontruimen, omdat deze, waar ik nu ben, tot minderen prijs te bewonen is. Daar beneden, waar Marc ontsliep, is het nu den ganschen dag stil, als ontzag men er nog »de rust van den zieke; maar des avonds treffen wonder schrille geluiden van muziek en stemmen mijn oor, en blijven aanhouden tot laat in den nacht, alsof men zich daar bezighield met dans en spel; en ’t rinkinken van glazen, het breken of omverwerpen van flesschen of vaatwerk, schijnt mij te getuigen, dat hier onmatig gedronken wordt, of verschrikkelijke orgiën worden gevierd. Dan onderscheid ik somwijlen de klanken mijner moedertaal, maar hoe?…

»Ik schreef naar Frankrijk, of het mijner familie mogelijk zou zijn, mij eenigen onderstand te doen toekomen; doch ik wacht tot hiertoe tevergeefs op antwoord. Ik smacht om dit huis te verlaten,… maar hoe er toe te komen, daar ik, Madame Le Loup hare voorschotten niet kan teruggeven, Ik zou mij blootstellen om zonder huisvesting rond te dolen, daar zij het éénige, wat ik bezit, en waarop ik voor mijn aanvan keIijk onderhoud rekende, in hare macht heeft. Zij eischte het van mij te harer geruststelling, en ik moest toegeven, zij had anders Marc geen rustig doodbed gegund; ik kon hem niet raadplegen, en ook… ik beken het, ik begreep toen niet de gevolgen van hetgeen ik deed, noch hoe de menschen zijn, kunnen in hunne hardheid. »Mij tot vrienden te wenden om hulp… gij zoudt mij dat raden, als gij u niet in een eenigszins gelijken toestand bevondt; ik zelve zou gedacht hebben dit te doen, als men mij, voormaals een zulken toestand had voorspeld… maar in waarheid, de rijken weten niet, hoe armoede het hart verandert en schuchter maakt, vooral niet, waar zij gepaard gaat met eene volstrekte afzondering als de mijne, en de verplichting, waarin ik mij gevoel om de eer mijner familie te bewaren, door mijn waren naam en afkomst te verbergen, Somwijlen, als ik mij in den tempel des Heeren bevindt, en mij onder broederen wete, en ik mij broederlijke en zusterlijke liefde voorstelle, meen ik naar een hunner toe te treden, en van