Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/95

Deze pagina is proefgelezen

»Een brief bezorgen, Madame?"

»Dat kan voor u gedaan worden, ik heb het u meer gezegd Mamsel!"

»’t Is onnoodig, ik doe het liefst zelve!"

»Bien-sûr une intrigue!" mompelde de vrouw des huizes den lakei aanziende, met een zekeren glimlach op Cesarine, en luider tot deze:

»Welnu, Mamsel! ga dan, tenzij gij u liever hier ophoudt om mijne zaken te bespieden." »Maar, Madame! ik geloof, dat het hier veeleer mijne zaak geldt, hernam Cesarine zachtmoedig, doch met zekere vastheid, »ik hoorde dezen man van werk spreken, naar eene kantwerkster vragen, en gij scheent niet op mij te denken?"

»Hoe kon ik weten, dat dit uw werk was?" bromde deze.

De lakei, die sinds lang opmerkzaam was geworden, sprak nu zeer verheugd: »Het zou dus mogelijk zijn, dat gij kans zaagt, Mamsel?"

»Wellicht… indien gij mij toestaat te zien, wat er gedaan moet worden."

»Gelief slechts zelve te oordeelen", en hij opende zijn carton, en zij kwam nader, en sloeg de kap harer mantille à la Maintenon weg, om beter te kunnen zien. Justin zag haar strak aan.

»Mon Dieu! c’est vous!" riep hij uit.

»Tais-toi, je t’en prie!" riep zij snel en verschrikt; en luider: »Kom met mij, op mijne kamer zal ik verder met u spreken:"

Justin had niets zoo haastig te doen, dan haar te volgen; maar toen hij zich daar bevond, was het niet zijn eerste werk haar de kanten te toonen. Met de eigenaardige hartstochtelijk beid van het Fransche karakter, wierp hij zich op de knieën, en kuste den zoom van haar kleed, tot zij hem de hand toestak om hem tot opstaan te nooden.

Justin had de dochter van zijn voormaligen meester herkend. Hij was niet meer bij den Graaf de Blanchefort in dienst toen Cesarine tot uitwijken werd gedwongen; maar toch had hij al tijd eene dankbare herinnering van zijne jonge meesteres behouden, en nu hij haar weêr zag in zoo veranderden toestand terwijl er gemeenschap van lot en lijden tusschen hen bestond, nu moest de goede jongeling onder tranen en uitroepingen zijne