Pagina:Bosboom-Toussaint, De Alkmaarse wees enz. (1886).pdf/96

Deze pagina is proefgelezen

verrassing en vreugde over dit wederzien lucht geven, het al onder betuigingen zijner deelneming over den treurigen toestand, waarin hij haar terugvond. Wij kennen Cesarine nu reeds genoeg, om te weten, dat ook zij dankbaar en gelukkig was over deze ontmoeting, dat zij den jongen land- en geloofsgenoot, al was hij haar mindere in geboorte, als een vriend begroette en hem haar vertrouwen schonk, zoover dit noodig was. Hij aarzelde echter haar opnieuw van het werk te spreken; zij bracht er hem op, en toen zij het gezien had, verklaarde zij zich in staat, de begeerde herstelling te volbrengen.

»Binnen zoo korten tijd als het gevraagd wordt? maar dan zult gij den nacht moeten doorwerken!, sprak hij meêwarig.

»Dat zegt niets, men laat mij toch hier de ruste niet." En hoewel Justin nog eenige tegenwerping maakte, omdat het hem ter harte ging, dat zijne voormalige meesteres, eene gravin de Blanchefort, voor eene Hollandsche kamenier zou werken, toch eindigde hij met het haar over te laten. Hij zou het kleed terughalen op het uur, dat zij aangaf, en intusschen vertrouwde zij hem de bezorging van haar brief; omtrent haar naam en rang had hij het stilzwijgen moeten beloven, en zou dat gehouden hebben reeds uit zich zelven. Het gevoel van de waardigheid der geboorte sprak toenmaals bij een Franschen lakei niet minder luid, dan bij de meesters zelve; ook toen hij heenging, en Madame Le Loup hem een paar nieuwsgierige vragen wilde doen, zeide hij haar vrij norsch: »Zorg gij, dat gij eerlijk en hoffelijk handelt met Mamsel Didier, of zoo niet, Mijnheer de baron F. zal weten, dat gij eene gevaarlijke intrigante zijt."




Mevrouw de barones F. , onkundig van alles, wat er in haar huis en met haar kleed was voorgevallen, bevond zich den avond van den volgenden dag op het cercle der Prinses van Oranje, en hoewel haar toilet noch het meest schitterend, noch het meest smaakvolle was onder de vele prachtige en smaakvolle, die men er zag, had zij toch de voldoening, dat de Prinses, zoodra de étiquette het veroorloofde, tot haar kwam, haar