Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/172

Deze pagina is proefgelezen

dit gerucht in de bijzonderheid, dat Karel zich deze bruid ter vrouwe had gewenscht, toen de wil zijns vaders hem aan Isabella van Bourbon had gekluisterd; en dat hij, zich weduwnaar ziende bij den dood zijns vaders, groote haast had gemaakt om de onderhandelingen tot dit huwelijk te doen openen. Maar het lag in Karels karakter door te drijven wat hij zich eenmaal in 't hoofd had gezet; en zijne vijandschap tegen Lodewijk den XIden maakte het reeds verklaarbaar, dat hij zich liever zelf met den Engelschen Koning verzwagerde, dan den Koning van Frankrijk, die Margaretha voor zijn broeder ten huwelijk begeerde, dit bondgenootschap te laten, en teedere genegenheid tot de Prinses zelve behoefde hier, bij den weinig teerhartigen vorst, niet eens haar gewicht in de schaal te leggen. Indien dit echter geweest zij, mag men de standvastigheid van Karels liefde roemen; want het was veertien jaar geleden, sinds zijn eerste wensch om hare hand hem was ontzegd; en bijgevolg had de verbintenis voor hem het aanlokkelijke eener overwonnen zwarigheid, en de voldoening van een uitgesteld verlangen; er was alzoo oorzaaks genoeg tot blijden triomf en levendige vreugde, om welke te toonen hij deze bruiloft met de allerhoogste »pompeusheid wilde gefestoyeerd hebben,” en de Brugsche poorters — op dit tijdstip de zeer volgzame, zeer onderworpene onderdanen van hun Graaf, — hadden hunne vindingrijkheid uitgeput en hunne ruimgevulde beursen, wijd geopend, om zijne intentiën te steunen en hunne deelneming te betoonen in 't geen zijn geluk werd geacht. Eene uitvoerige en geregelde beschrijving van 't geen de Bruggenaars te dezer occasie hadden daargesteld, tot opluistering hunner aloude stad, het Vlaamsche Venetië, zoo bij uitnemendheid geschikt tot somptueuse uitmonstering, ligt niet in mijn plan, en daarom zwijge ik van alles wat er was gedaan om de huizen en straten te versieren, zoowel door de ingeboren poorters, als door de schatrijke kooplieden uit alle bekende natiën, die hier om hun handel verblijf hielden, er hunne schatten wonnen, en hunne weelde, hunne zeden en hun smaak overbrachten, en die zich »elc om best queten, in dèr maniere, dat zij der grooten prijs, lof ende eere mee behaalden.” Ik laat u dus geen oog slaan op ieder der triomfbogen noch de andere: »zeer costelijke spectaclen die er te zien waren van stomme personagiën, beeldewijs gemaakt, metter inscriptie ter materie dienende.” Maar om der curieusheidswille moet ik spreken van eenige