Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/212

Deze pagina is proefgelezen

banden en boeien had verbroken, die de menschen gewoon zijn elkander aan te leggen, strekte gewillig de handen uit naar het zijden snoer eener vrouw, en droeg zonder al te groot ongeduld dien kluister. Maar ook hoe behendig werd die om hem heen gesloten en hoe voorzichtig gesnoerd; niet zoo los, dat hij zich aan zich zelven overgelaten kon wanen; niet zoo vast, dat zijne zucht tot vrijheid er door werd opgewekt. Het was geen kluister — het was een steun; een juk was het niet, maar een rustpunt. Eerst langzaam en trapswijze kwam zij terug op het verledene, en alleen als zij noodig had hem berusting en vertrouwen te prediken, om hem de trouw van haar geheugen te bewijzen, en te doen voelen dat zij geene vreemde voor hem was geworden, maar eene andere. Zorgelijk vermeed zij alles, wat den hartstocht kon prikkelen; ijverig zocht zij alles, wat het gemoed kon veredelen, de ziel opheffen, het hart heiligen. Celia Kickens was eene zwakke vrouw geweest, die voor de stem der verleiding bezweken was; maar zij was eene trouwe moeder geworden, en zij had niet geschroomd hare uren van smart en boete met de gerijpte jonkvrouw te doorleven en zich exempel te stellen voor de dochter, waarop men haar geene rechten meer liet, en die zij blootgesteld wist aan al de gevaren van een Hof, waar het ingekankerde zedenbederf niet door Karel's louterenden wil en voorbeeld kon worden geweerd; — en de tranen, de strijd, de zielesmart harer moeder hadden het haar geleerd, dat misdadige hartstocht, zelfs al schijnt die een gelukkige, wroeging en rouwe brengt; en zij had er een vast voornemen uit opgevat, om over zich zelve en haar harte te waken. De stille, reine genegenheid voor Jehan was haar daarbij niet weinig te hulp gekomen; nu moest zij het beschermen tegen de overmacht dier liefde zelve, en zij vond daartoe de kracht en de zelfbeheersching. Hoe? Wie mijner lezeressen is ongelukkig genoeg dàt te moeten vragen? Waar anders dan in het gebed? Waar anders dan in 't opzien tot God? Waar anders dan aan de voeten van 't Kruis? — Maar in de middeleeuwen, maar bij den Maria- en Heiligen-dienst, maar bij den verstompenden dienst der Kerke, die slechts kerkgebaren eischte, geenszins het hart...! Mijne lieven! het is zeker, dat zij niet kon hebben het helder en gezuiverd geloof eener geloovige Protestantsche van onzen tijd, maar in zóó diep een verval, in zóó verre afdwaling heeft de Heer Zijne Christenkerke nimmer gelaten, of de ge-