Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/234

Deze pagina is proefgelezen

ken hem beter dan gij meent; hij was van jongs aan een vermetele rebel... hij weet wat ik bedoel... is 't zoo niet, Jehan?” en de Hertog liet zachtjes een paar woorden van de lippen vallen, die Jehan met de levendigste verrassing troffen.

»Ja, meester Hans!” hervatte Karel luider, »gij ziet dat men ons niet bedriegen kan, en dat wij zeer wel weten wien we in u voor ons zien, al hebt gij u zelven verkapt en als weggesloken voor onze oogen, om onze aandacht te ontgaan.”

»Monseigneur! het was vreeze u te mishagen; het was... bescheidenheid.”

»Gij behoeft mij niet te zeggen wat het was. Ik geliet mij niets te bemerken; maar ik heb alles doorzien... Raap dien degen op en geef mij dien!”

Wat verwonderd gehoorzaamde Jehan in alle haast.

»Hoe komt gij aan dat wapen?” vroeg de Hertog, na het bezien te hebben.

Jehan zweeg en aarzelde; hij herinnerde zich de voorschriften van Coquinet.

»Kom er voor uit; wij bevelen het!” riep Karel gebiedend.

»De Graaf van Charolois heeft mij dien gegeven, in een anderen, gansch anderen tijd, toen ik... eenige hope had op zijne gunst...” riep Jehan, wien de tranen uit de oogen sprongen.

»De Graaf van Charolois was een groot zondaar te dier tijde,” viel Karel in, »en de Hertog van Bourgondië heeft nog heden de naweeën gevoeld van zijne crimen in uw aanval! Maar waar de Graaf van Charolois uw verleider is geweest, wil de Hertog van Bourgondië niet al te streng met u rechten; mijn vader zaliger heeft mij ook vergiffenis geschonken,” ging hij bijna onhoorbaar voort en als tot zich zelven sprekende, terwijl eene sterke aandoening zijne harde trekken bewoog. »De Hertog van Bourgondië,” vervolgde hij weer luid en krachtig, »geeft u dit wapen terug, onder voorwaarde dat gij het niet meer tegen uw Meester, maar voor hem zult gebruiken.”

»Heiligen des Hemels! ik.... ik begrijp niet!” riep Jehan in verwarring.

»Ik wel!” riep Jehanne verruimd. »Kus den Hertog de hand; want u is genade verleend,” en zij zelve gaf het voorbeeld van die ootmoedige dankbaarheid.

»Genadige Heer, mocht ik nu voor u sterven!” riep Jehan in blijde verrukking.