Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/238

Deze pagina is proefgelezen

weder te zien. Reeds terstond na het tooneel dat wij beschreven hebben, had zij zich, met goedvinden van Karel, teruggetrokken op haar slot; en zij bleef er in afwachting van het gewenschte tijdstip, waarop haar geliefde zóó hoog in rang en eere zou zijn gestegen, dat hij hare hand kon bereiken; maar helaas! de hooghartige Hertog zelf was gevallen, vóórdat Jehan tot dat toppunt van roem en geluk was geraakt; en nu, vreezende voor de machtige wraak en vervolging der Ravesteijns, sinds Heer Adolf in Maria's naam de teugels van 't bestuur had aanvaard, zocht en vond zij eene veilige schuilplaats... in een klooster. — Zij had afgerekend met alle aardsche verwachtingen; zij wilde nog slechts leven ter voorbereiding voor den Hemel; hare Kerk, haar tijd wees daartoe afgezonderde gewijde plaatsen aan, en in haar toestand kon zij niet anders, niet beter doen, dan den sluier aannemen. Diegenen onder ons die één met haar zijn van zin, kunnen ook zonder zoo opzettelijke afzondering zich wijden aan dat hooge doel.

Van Philippe Monsieur staat nog in onze Cronijk vermeld dat hij in 't jaar 1479, bij den slag van Vieuxville, Kapitein van de Bourgondische arrière-garde zijnde, »zich zóó abusivelijk liet beroeren door de execrable dreigementen en bravessen der Françoisen, dat hij het van puurder vervaardheid zeer haastelijk op een vluchten zette:” bewijs, dat zijn moed niet geklommen was met zijn leeftijd noch met zijn rang.

Mochten er zijn onder mijne lezeressen, wie het spijt dat ze niets meer hooren van Jehan's volgende lotgevallen: ik mag haar geruststellen met de verzekering, dat ik mij voorgenomen heb ook het latere tijdperk van zijn leven te behandelen. Historiekenners zal ik niet behoeven mede te deelen, dat de legende en de fantasie mijne voornaamste bronnen moesten zijn bij de voorstelling van Memling's faits et gestes aan Karel's Hof. Zij weten, dat de strenge historie ons op menig punt in 't ongewisse laat, waar het zijn persoon betreft, die alzoo de natuurlijke buit is geworden der verdichting en der verbeelding. Gelukkig is zijn werk dáár om van en voor hem te getuigen; en dát zeker laat ons niet in 't ongewisse, of hij ook een groot kunstenaar zij geweest, en of hij niet een recht had zich miskend en gekrenkt te voelen, als men hem stelde naast of beneden zijne voorgangers en tijdgenooten van de eerste Vlaamsche school, en niet daarboven.