Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/250

Deze pagina is proefgelezen

krachtig bij het voeren van het penseel, de inspanning perste zweetdroppelen uit de fijne poriën, maar het oog schitterde van het vuur der bezieling, de gloed der geestdrift kleurde de bleeke uitgeholde wangen; de volharding en de werklust lieten zich nauwelijks binden aan de voorschriften der voorzichtigheid. Uit de eerste proeven zagen de broeders reeds dat iets anders dan ziekelijke inbeelding dien vreemde tot dien arbeid had gedreven; ze waren niet genoeg kunstkenners om de waarde van zijne eerste vluchtige schetsen te kunnen bevatten, maar ze waren genoeg liefhebbers (de liefde voor de kunst is den Vlamingen als in ’t harte geprent) om met groot welgevallen zijn aanbod te vernemen, om iets te vervaardigen dat hen tot wezenlijken dienst zou zij in hunne kapel.

Het geestelijk gezelschap namelijk was in het bezit eener hooggeschatte reliek, herkomstig van St. Ursula de vorstelijke pelgrimme, die met hare elfduizend edele jonkvrouwen uit Groot-Brittanje ter bedevaart was getogen naar Keulen, met het vrome doel om den woesten Attila en zijne horden tot het Christendom te bekeeren, en met die allen een smartelijken, maar roemrijken martelaarsdood had gevonden, zooals de legende getuigt. Of die legende een vasten historisch en grond had, of de echtheid der reliek te bewijzen was, ligt niet in onzen weg te onderzoeken; zeker is het dat de meester-schilder zich niet met dat onderzoek ophield, maar dat hij het voorwerp door zijne weldoeners in hooge eere gehouden, eene bergplaats wist te bereiden, die later van zoo hooge kunstwaarde werd geacht, dat rijke en vorstelijke kunstliefhebbers die volgaarne hadden willen inwisselen tegen eene van denzelfden omvang en zwaarte in edel metaal! En de arme meester Hans, die met droefheid had moeten zeggen, »zilver en goud heb ik niet," had er dus zonder overdreven eigendunk bij kunnen voegen, »maar ik heb meer dan dit om te geven," want hij had wat beters gegeven dan zilver en goud: hij had hun de reliekkast van St. Ursula geschonken, wier beschouwing alleen tot den tocht naar Brugge moet uitlokken, en die met alle recht is gesteld onder de wonderen der kunst, die de glorie uitmaken dezer kunstlievende en in kunstschatten zoo rijke stad.

De reliekkast van St. Ursula in het St. Jans hospitaal te Brugge is zoo vaak en zoo uitvoerig beschreven en voorgesteld door bevoegden en kunstenaars, dat ik mij liefst niet aan eene beschrijving