Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/256

Deze pagina is proefgelezen

Zonderling, deze eene zou er juist de helderste stralen van zijn roem opvangen, en de hoogste gunsten der fortuin die hij genieten zou, moesten te midden van deze afzondering op hem vallen!

Toen eindelijk het schilderwerk gereed was, en ook de beeldwerkers en vergulders hunne krachten hadden besteed om het geheel op voegzame wijze in te lijsten; toen de kostbare reliekkast in haar geheel daar stond, en in allen glans dien men er aan had kunnen geven, waren het niet meer de kloosterlingen alleen wier oog zich daaraan mocht verlustigen. Zij werd tentoongesteld in de regentenzaal [1] ter bezichtiging voor belangstellenden in een zeldzaam kunst gewrocht. En de dankbare schenker, zoowel als de begiftigden hadden de voldoening, dat niet slechts eene nieuwsgierige menigte, maar inzonderheid kunstenaars en liefhebbers der »schoone konste" het verwonderlijke schilderwerk kwamen zien en luide den lof er van verkondigden. De meesten hunner deden meer, zij wilden den meester-schilder leeren kennen, zij wilden van zijn werk bezitten. Tot het laatste toonde deze zich bereid, maar tot het eerste werd men weinig aangemoedigd. De strakke zwijgende man had niets aantrekkelijks noch innemends voor het meerendeel der menschen, en zijn koude ernst, zijne stille zwaarmoedigheid weerden, misschien zelfs zonder dat hij het wilde, alle gemeenzaamheid en vertrouwelijke toenadering af. Alleen op vragen, die in betrekking stonden tot zijne kunst, verwierf men een antwoord; nooit ontplooide een glimlach van zachte minzaamheid zijne bleek, lippen; nooit kwam er een woord van courtoisie of wellevende vleierij over zijne tong; hij wist niet te behagen, of, hij wilde het niet; maar zeker, hij scheen ongeschikt voor den omgang met vroolijke, gezellige menschen, zooals de rijke levenslustige Bruggenaars waren, die door kunstliefde tot hem gevoerd werden. Hij scheen geboren voor de stilte en de afzondering van een klooster; men liet hem daarin, en men begon meer en meer naar zijn werk te vragen, met terzijdestelling van zijn persoon. Dit scheen

  1. Later in de kapel, waar zij op zekere bepaalde feestdagen te voorschijn werd gebracht, met de reliek er in, die de geloovigen kwamen vereeren; Petrus Poerbus, een der voorname Vlaamsche schilders die na Memling gebloeid hebben, verzuimde nooit die gelegenheid om haar te komen bestudeeren; tegenwoordig vindt men de reliekkast weer tentoongesteld in de ouden zaal.