Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/298

Deze pagina is proefgelezen

vlucht zulk een schok toebrengen aan dat vertrouwen, en eigenwillig zulke verwarringen aanrichten in zijne uitgebreide handelsbetrekkingen, als gelijkstond met eene schending van alle zijne overeenkomsten? Niet minder onoverkomelijk achtte hij het bezwaar om eene zwakke vrouw, nog bezield met al de vooroordeelen harer Kerk, en vooor welke hij zijne veranderde gevoelens had verheimelijkt, zoo plotseling de noodwendigheid van die scheiding te doen inzien, of wel ze uit hare rust op te schrikken door de bekentenis der volle waarheid… Adam Voogd begreep niet, hoe hij tot dit alles zo kunnen komen.

Ik voel mij daartoe niet bekwaam," had hij uitgeroepen; »eer ik tot zulke uitersten overga, zal ik het uiterste afwachten."

Maria verkreeg geene betere beloften van hem, ondanks alles wat zij had beproefd, dan eens door den gemoedelijken drangi van Christelijken ernst, dan weer door de roerendste smeekingen, uitgesproken met de hartstochtelijke opgewondenheid eener vrouw, die zich zelve overtuigt, terwijl zij een ander hoopt over te halen, en die zich door tegenstand te sterker geprikkeld voelt om aan te houden. Hij werd blijkbaar telkens opnieuw aangetrokken door haar spreken; maar om het doel te vergeten, waartoe zij sprak; hare belangstelling trof hem, maar dat waarmede ze dreigde, trof hem niet. Vrouw Geertruyd maakte een einde aan de worsteling door te zeggen:

»Hetzij dan, Mijnheer! gij gelooft niet aan hetgeen wij voor u duchten; indien het echter blijken mocht, dat het bestond en gij, ten laatste nog wil hadt en gelegenheid vondt om te vluchten, zoo biede ik u mijn huis aan. Gij kent den weg; hier is een sleutel van de achterdeur: maak er gebruik van, ten tijde of ten ontijde; ge zult welkom zijn zoo ge hier schuilplaats zoekt."

»Ik ben zoo dankbaar of ik die reeds had genoten" was zijn antwoord, »doch ik wil hopen, dat het daartoe niet komen zal."

Hierop scheidde men; Maria pijnlijk getroffen en teleurgesteld. Wat had ze al niet gewaagd en geleden! en tot deze uitkomst! Meest nog was zij onvoldaan over zich zelve. Zij voelde zich afgemat na den vruchteloozen strijd, en met onrust zag zij zich door gewaarwordingen aangegrepen, in zonderlinge tegenstelling met hare gewone kalme zielstemming.

Zij voelde zich als overstelpt door een stroom van smartelijke aandoeningen, toen Adam Voogd haar vaarwel zeide. Om haar