Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/65

Deze pagina is proefgelezen

lijden en strijden met oprechte geestdrift en warme sympathie gedenkt, met hen zal opgaan ter feestviering, voor ’t minst van instemming blijke zal geven, zooals men dat voor het Brielsche eeuwfeest heeft gedaan. Niet minder dan dit, verdient het Alkmaarsche die hulde. Was het Brielsche feit een stoute aanslag, goed overlegd, kloek uitgevoerd, en die het krijgsplan des Prinsen van Oranje niet schaadde, zooals sommigen vreesden, maar schraagde — het werd toch bezoedeld door onchristelijke wreedheid jegens weerloozen, die wel als weerwraak voor geleden onrecht, voor namelooze jammeren verklaarbaar is, ik erken ’t, in hen die ze pleegden, maar die toch een bloedvlek heeft geworpen over de zegepraal; een zegepraal, die daarenboven niet is behaald door de inwoners zelven, veeleer tegen het verlangen der meerderheid, toegelaten meer nog dan toegestemd, — terwijl bij Alkmaars beleg weken lang werd geleden en gestreden met moed en volharding door de gansche bevolking, die eendrachtiglijk alles heeft gewaagd en alles getrotseerd om hare stad vrij te houden van ’t Spaansche juk. Hare zegepraal is de eerste geweest van Nederlandsche burgeren tegen Spaansch krijgsvolk, terwijl de uitspraak »Van Alkmaar begint de Victorie" bewijst, hoezeer deze triomf destijds als eene blijde zegepraal door het gansche land werd opgevat, en hoe die den moed sterkte van hen, die aanvingen moedeloos te worden onder de bloedige slagen, die Zutphen, Naarden en Haarlem hadden getroffen. — Zal men diezelfde Victorie nu zóó weinig tellen, dat men haar als een op zich zelf staand feit ter viering overlaat aan wie er de naasten toe zijn?

Ik wacht betere dingen van den opgewekten, echt Nederlandschen zin van heelons volk, met den Koning aan het hoofd, die zich een Oranje toont in geestdrift voor dat roemrijk verleden.

* Wat ik destijds hoopte is sinds in vervulling gekomen: de Alkmaarders hebben in 1873 eendrachtelijk feest gevierd. De Koning heeft hunne feestvreugde toen door zijn bezoek verhoogd — mocht een Oranje ontbreken waar zulk een triomf werd herdacht? — 1880.