Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/91

Deze pagina is proefgelezen

ONTZET vieren. Het was een ontzet voor gansch West-Friesland. Ja een kreet van blijdschap ging door het gansche land! Alkmaars burgers hadden de oude geharde soldaten van Alba zegevierende weerstaan — van Alkmaar ging de victorie uit.

Oranje zelf prees hun moed en volharding — Oranje loonde die in rustiger tijd op eigenaardige wijze. Het »lijftogtigh Alkmaar" verkreeg een recht op de Waag, waaraan de stad nòg na driehonderd jaar een groot deel van haar bloei blijft danken.

En Alba? Hij leerde niet voor het eerst, en ook niet voor het laatst, dat het volk van zuivel weerstand wist te bieden aan het staal. En het mes, dat hij in verbeelding reeds op ieders keel had gezet, moest worden opgestoken, en al die levens, reeds ten doode gewijd, bleven gespaard.

Ondanks hun stout braveeren van ’t gevaar hadden de burgers betrekkelijk klein verlies geleden in die zeven weken van het zwaar beleg, en de Spanjaarden moesten het hunne bij honderden berekenen.

Ook zongen de Alkmaarders met vroom en dankbaar gemoed:

Hoe zouden wij niet loven,
O! alder Heeren Heer!
Aen ons die waren verschoven
Hebt ghij verbreyt Uw eer.
Ghij hebt willen behouwen
Die crachteloos waren geacht;
En die op haer selfs bouwen,
Zijn gevallen met al haar pracht!

Lof, Prinselijke Vader!
Lof, Heere gebenedyt!
Wij danken U al te gader,
Dat Ghij ons hebt bevryt.