Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/204

Deze pagina is proefgelezen

met den minnaar, en vond een al te geduchten mededinger, om niet aan den laatste alles te offeren, waartoe zijn plichtbesef hem vrijheid liet, en zoo had hij zich opgelegd, de duiven-oprechtheid te gebruiken, maar gehoed door vossen-schranderheid, wel wetende, dat slangenlist boven zijn vermogen ging. De list nu der oprechten, die de taal niet willen gebruiken om de gedachten te verbergen is zwijgen. Wijndrik had zich dus voorgenoroen te zwijgen, zoolang de belangen zijner partij het zouden gedoogen, en dit kon te eerder, naarmate het een feestmaal was, waar wel veel bepraat, maar toch niets beslist, niets afgehandeld kon worden, dat van eenige werkelijke kracht of gevolg kon zijn; want niet eens de voornaamste hoofden of leidsmannen der strijdende gevoelens waren dáár: de Graaf van Nieuwenaar was niet uitgenoodigd; de Generaal Norrits was niet gekomen, misschien wel om zijne laatste bittere woordenwisseling met Kiligrew, Prouninck’s huisgenoot, zoo vaak hij te Utrecht vertoefde. De Friesche en Geldersche heeren waren zeker personen van invloed in hunne Provinciën, maar erkende regeerings-autoriteiten waren zij niet, en ten deele reeds voor de bedoelingen van Prouninck gewonnen, ten deele wel van dát karakter, dat de Burgemeester hoopte hen verder en vaster aan zijne zaak te verbinden. De Hollandsche heeren waren uit Dordrecht en den Haag, en naar Utrecht afgevaardigd om met de Provinciale Staten te besogneeren over het toevoeren van krijgs- en levensmiddelen naar de streken van het Rijnberksche en het Geldersche overkwartier, waarom Marten Schenk zeer dringend aanvraag had gedaan. Verder nog Burgemeester Ruisch en een paar Utrechtsche regeeringsleden, die allen geheel aan de zijde van Prouninck stonden, natuurlijk Kiligrew en eindelijk Wijndrik, wellicht in dezen kring getrokken met een oogmerk van proselietisme.

Of de andere heeren zich vermaakten zou ik niet durven uitwijzen, maar Wijndrik althans had andere begrippen van