Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/221

Deze pagina is proefgelezen

volkomen uit te wijzen, waaromtrent moeilijk met weinig woorden uitspraak kan worden gedaan, en waaraf de discussie tusschen ons, in deze oogenblikken, minder dan iets kan worden aangevangen. Wil u tevreden houden met de verklaring, dat, volgens mijne opinie, de Graaf van Leycester in den Lande wezende, het Hoog gezag in handen houdt, dat hem is opgedragen."

»Juist! houdende de Hoogste autoriteit, vertegenwoordigt hij de Souverein."

»Fefent hij bij vertegenwoordiging souvereine macht; ik wil het toegeven voor het oogenblik; alleen de Graaf is niet in het Land, en de autoriteit hem aanvertrouwd is…"

»Door hem overgedragen aan den Raad van State," sprak Prouninck schielijk.

»Maar kan ook door de voormalige gevers teruggenomen worden tot andere dispositie, in zoover zij dit ten oorbaar der Landen goed achten."

»Ik zal nooit toestemmen, dat zij dit recht hebben, en te minder, sinds zij, die het zouden nemen, niet de eigenlijke en rechtmatige gevers zijn; bij het volk, bij het volk alléén berust de souvereiniteit, niet bij de Staten, sinds men den Koning had afgezworen, en het volk heeft gegeven, en het volk zal niet terugvragen…"

»Ik bidde u, mijnheer!" sprak Wijndrik bijna smeekend, »mij dunkt, er is genoeg tusschen ons, om niet ook die kwestie op te halen; toegeven mag ik niet, tegenspreken wilde ik niet gaarne…

»Nu dan, dit ter zijde, ware het slechts om de loyaliteit, waarmede gij stilzwijgend toestemt, dat men ze. heeft genomen, terwijl zij die het deden, dat wel in feiten bewijzen, maar het nog nooit in ronde woorden hebben verklaard. Één ding stemt ge mij toch toe: De autoriteit aan den Graaf gedefereerd, is