Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/17

Deze pagina is proefgelezen

O! het was daar buiten een bar winterweer; hagel en storm kletterden tegen de kleine vensterruiten, en deden ze rinkinken in het lood; maar barder nog was het in haar harte, en feller stormen woedden nog daar binnen, onder de uiterlijke ruste harer houding.

»Maar Ada Rueel was een goed vroom kind; zij had zich niets te verwijten; zij had tegen geen mensch eenige schuld op het geweten; hoe kon zij tot zoo diepe somberheid neerzinken? had zij niet de troost van den Godsdienst?" wordt er wellicht gezegd… De troost van den Godsdienst…! De troost van den Godsdienst is eene zeer oppervlakkige, en ik zou haast zeggen: eene zeer onvoldoende zelfs, als men haar slechts in zulke oogenblikken zoekt, en niet anders zoekt dan Ada Rueel het somtijds deed. Zij was van degenen, die nog niet hadden geleerd, het aardsche het mindere te achten, alles in God te zoeken, en alles in Christus te vinden; die voor den strijd op aarde nog vergoeding wachten in aardsche vreugd, en die, waar haar eene teleurstelling overkomt, die alle rooskleurige droomen der verbeelding op eens met dichte, duistere wolken omhult, ontrust en vertwijfeld vragen: »waarmede heb ik dát verdiend? is dit nu het loon op mijne werken?" Niet vreemd, dat ze op zulke vragen geen antwoord krijgen, dat hun gemoed bevredigt; naar het uiterlijke verandert niets om den wille van hun gebed; dat hun innerlijk zich zou moeten veranderen, om vrede te hebben met het uiterlijk kunnen ze niet begrijpen… Zoo is dan hun gebed ijdel; het wordt toch niet verhoord; ze zien wel, dat er geen zegen op rust; hoe zou het hen kunnen sterken? Zij blijven bidden, omdat ze te veel godsdienstzin hebben om het gebed na te laten; maar het is een gebed zonder geloof; het is het gebed van den oproerigen wil, die zich stelt tegen den wil van God; het ii het wriemelen van den worm in het stof, die zich niet uit het stof weet op te heffen. Een oppervlakkige godsdienstzin is iets, dat overprikkelt en week maakt,