Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/281

Deze pagina is proefgelezen

krijgsmanshelm, of staatsmansbonnet gedekt, moesten zich keeren en buigen naar den luim der lijden; maar ook over die van de eenvoudigste particulieren, van jonkvrouwen, die ’t leven pas kenden, als van matronen, door lange jaren levens reeds vergrijsd, loeiden de stormen, »die het schip van Staat heen en weer slingerden, zonder dat men nog wist, hoe het land zou bezeilen", als kapitein Drake zeggen zou, die omstreeks dezen tijd in Nederland was gekomen, en er geldelijken onderstand zocht, om zijne veroveringen op de Spaansche zeemacht, met nog meer geluk en op nog grooter schaal, te kunnen voortzetten.

Genoeg, gij begrijpt reeds, dat niet altijd zoete zephyrs om ons paar gelieven hebben heengewuifd, maar dat menigmaal de rukwinden hunner passiën door stormvlagen van buiten zijn vervangen, of wel daarmede hebben samengestemd; en zoo wij ze nu nog samenvinden, is het, omdat ze gewild hebben, samen te blijven, ondanks allen en ondanks alles, en het is blijk, dat ze vaster en inniger aan elkander zijn gehecht, dan zij zelven wisten, of liever dan Maria had kunnen vermoeden en de Maulde had durven hopen. Waarheid is, de diepte en de ernst van zijne liefde had op haar een dieper en inniger indruk gemaakt, en de gloed daarvan had haar medegesleept, verder dan zij wilde. Ditmaal had zij bij dit spel der coquetterie meer ingelegd, dan zij gewoonlijk waagde; verhouding, waarbij de Maulde natuurlijk won, indien niet alle winst hier eigenlijk verlies was te achten.

Hoe dit zij, de jonge Baron beschouwde dat anders, als men denken kan, en het was hem wel aan te zien, toen hij in de schemering van een der zachtste en schoonste lentedagen, die de Meimaand nog had gegeven, met zijne prinselijke geliefde van een rijtoertje huiswaarts keerde, en hij met snelle behendigheid van zijn paard sprong, den teugel aan een der rijknechts toewierp, en toesprong om Maria van het hare te helpen, hulpe,