Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/289

Deze pagina is proefgelezen

van Leycester strekte Modet ten lastbrief, om zich als met de uitgebreidste bevelen voorzien te wanen; ten vrijbrief, om zich te mengen in allerlei zaken, waar hij geene stem kon noch behoefde te hebben, en ten schild om zich achter een grooten naam te dekken, zoo hij zich hier en daar tegen groote namen vergreep, dat hem in zijn heftigen ijver licht gebeuren kon. Eenigen tijd vroeger was hem dat werkelijk gebeurd en ten opzichte van een persoon, die niet onder de lankmoedigsten hoorde in ’t vergeven van zulke vergrijpen. Toen in October van ’t vorige jaar te Utrecht de Magistraat moest vernieuwd worden, was de Graaf van Nieuwenaar toevallig in Duitschland om krijgsvolk te werven. Als men weet, was de Graaf nog altijd Stadhouder van Utrecht, bij provisie, in de plaats van den heere van Villiers, die krijgsgevangen was, en wiens gemalin, door hare gevoelens en handelwijze, de gemoederen tegen haar gade innam, zoodat, zelfs bij zijne bevrijding zijne herstelling in zijn ambt onwaarschijnlijk werd; en het was Modet, die in de afwezendheid van Nieuwenaar den voorslag had gedaan, om een anderen Stadhouder te kiezen, en wel Mylord North, den getrouwen, maar onbesuisden vriend en aanhanger van Leycester. Zulke bemoeiingen van een man in zijn ambt bewijzen wel de algemeene verwarring, die er begon te heerschen, van rechten en beginselen, maar dat Modet er zijne redenen voor had, zullen wij bewijzen. De Stadhouder was geroepen, om de verkiezingen van de nieuwe Magistraat te leiden en te beveiligen. Men wilde te Utrecht eene regeering geheel in Leycesterschen geest; voor Modet beteekende dat »een Magistraat volijverig voor de eere van Gods Kerke"; die zou moeilijk te verkrijgen zijn onder den invloed van Nieuwenaar, die zich zeer ontevreden had geloond over de uitsluiting der kanonniken en andere bezitters van geestelijke rechten in regeeringszaken. Men wilde dus de vernieuwing niet uitstellen tot zijne wederkomst,