Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/293

Deze pagina is proefgelezen

stad Utrecht echter kreeg die aansluiting welhaast den vorm van eene partij, en die partij was aanzienlijk. De meeste ijverige gereformeerden uit den hoogen en lagen burgerstand, alle heftige voorstanders van Leycester, als Reingoudisten bekend, alle misnoegden, van welke kleur ook, allen, die bij verandering of ook zelfs wel in woeling hunne rekening zochten, anderen, die om persoonlijke redenen zich voegden bij eene partij, waarvan men het wachten kon, dat zij te eeniger tijd eene stoute daad zouden wagen, en die daarmede hun eigen doel hoopten te bevorderen. Tot die laatsten behoorden eenige personen van onderscheiden stand en rang, die wij gaan opnoemen: de Baron North, die, met Nieuwenaar in twist, op Norrits gebelgd, voor zich zelven het stadhouderschap wilde, dat hem eens was ontgaan en dat hij nu meer zeker meende te bereiken; eenige officieren van rang stonden hem hierin ter zijde; de Italiaan Cosmo Pescarengis, die als vurig ijveraar voor Leycester zijn afkeer had overwonnen, om aan de zijde van een geestelijke te staan, eerst aangetrokken door eene overeenstemming van streng Gefeformeerde begrippen, daarna weggesleept door den vurigen ijver van Modet, en welras aan hem verbonden met oprechtheid, waar hij in hem den man onderkende, die uit volle overtuiging handelde, den man van de daad ook, niet enkel den man van plannen en ledige hersenschimmen; en te eerder oordeelde hij hem te moeten dienen en voor te staan, daar hij zich verzekerd hield, dat hetgeen Modet wilde, ook de wil van Leycester was.

Met Cosmo moest de Prinses de Chimay volgen. Deze vorstelijke dame had in dien tijd vele teleurstellingen, die het haar noodig maakten, haar toevlucht te nemen tot Cosmo. De bron der onderaardsche schatten was spoedig uitgeput, als men denken kan; sinds heer Aelbrecht Foeck met zijne eedgenooten hunne plannen hadden gemaakt en zich naar Holland hadden begeven, had de oude Andries geene redenen meer om voor zijne mees-