XIV.
Hoe kapitein De Maulde naar Sluis trekt.
Als men denken kan, was de gevangenneming van den Predikant Modet in Utrecht geen geheim gebleven. Lag er ook al een sluier over het gebeurde ten huize van de Prinses de Chimay…, waren de geruchten uiteenloopend, verward, ongerijmd, omtrent de oorzaken dier gevangenneming, omtrent de schuld of de onschuld van den gevangene, het feit zelf bleek maar al te zeker, en meer was er wel niet noodig, om geheel Utrecht in beweging te brengen. Eerst heerschte er eene algemeene spanning en verslagenheid onder de aanhangers van de Leycestersche partij, en zelfs onder de overige inwoners; want de heftigste vijanden van Modet wisten nog niet genoeg, wisten nog niet waarop dit zou uitloopen; op eene zegepraal of op eene nederlaag van hunne zaak, en de onzekerheid was hun bang. Men kende Nieuwenaar genoeg als wisselziek en luimig; men was niet genoeg zeker van zijne aanhankelijkheid aan de Hollandsch-gezinde partij, om zich deze daad te kunnen verklaren; men vreesde, dat er een geheime staatszet achter school, en dat de aanval wel niet zoo ernstig kon bedoeld zijn als het schijn had. En al ware dit, men was