kon hij zich zelf niet langer bedwingen. IJlings door de menigte heengedrongen, stond hij achter Gideon, toen deze van den muur aftrad. Nu stortte hij plotselings neder voor zijne voeten, te midden van alle omringenden, en gaf zijne uitbundige vreugde lucht onder allerlei uitroepingen en gebaren, als een echte Italiaan, dat hij was.
»Hoe, Signor!" sprak Gideon, terwijl hij zich aan de hartstochtelijke vriendschapsbewijzen van den Italiaan trachtte te onttrekken, »vind ik u dus weer, te midden van rumoer en rebellie? Ik heb haast te hooren, dat gij vreemd zijt aan beide."
»Ik ben krijgsman, heer! en doe mijn plicht," hernam Cosmo met gebogen hoofd.
»Zoo verzuim daarin niets, maar houd het oog op hetgeen daarginds voorvalt," en Gideon wees op een troep burgers en soldeniers, die zich werkelijk van ’t begin aan van de anderen hadden gescheiden, en die nu, terwijl de overigen naar Norrits luisterden, het beschermend cordon hadden gebroken, en reeds tot aan den muur genaderd, nu begonnen over te klimmen.
»Gij hebt gelijk!" riep Cosmo verschrikt, »die dáár zouden nu toch doen, wat niet zijn moest, nu vooral niet!" En snel wierp hij zich tusschen die vermetelen met eenigen zijner krijgslieden, waardoor hij zich inderhaast deed volgen.
Dit alles was in seconden voorgevallen, en Norrits had intusschen met het volk onderhandeld. Op zijn forsch krijgsros gezeten, was hij hoog genoeg verheven boven die menigte, en had geene andere tribune noodig om gezien en verstaan te worden, en had daarbij nog het voordeel, zich op dat punt te begeven, waar zijne tegenwoordigheid of toespraak het noodigst zoude zijn.
»En nu, zegt mij! wat wilt gij, burgers van Utrecht?" had hij gevraagd.
»Onzen herder en leeraar willen wij, die onrechtvaardig en onwettig gevangen wordt gehouden door den Stadhouder."