Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/332

Deze pagina is proefgelezen

»Draagt u rustig. Gij zult uw vriend en leeraar terugzien, nog ’eer gij ’t wacht, mits conditie, dat ge alles aan mij overlaat."

»Maar onderwijl kan de Stadhouder hem gedood hebben, als hij gezworen heeft. Wij willen onzen leeraar vrij en ongedeerd voor ons zien in dezen zelfden stond. De Graaf moet hem loslaten."

»De Graaf kan hem zoomin loslaten als leed doen; want de welwaarde Modet is niet in des Graven macht. Dit zweer ik u, bij mijne eer, als krijgsman en edelman!"

»Een luid gejubel ging op.

»Als meester Modet vrij is, waarom toont hij zich dan niet?" vroeg een ongeloovige.

»Als meester Modet zich nu toonde, zou hij de schuld hebben van hetgeen hier nu geschiedt; daarbij nog is hij niet geveiligd tegen den toorn des Graven, daarom hebben vrienden , hem geraden, zich nu ter zijde te houden."

»Hij en niemand van Mylords oprechte vrienden zal geveiligd zijn tegen die macht, zoolang deze Graaf Stadhouder blijft."

»Wie zegt u, dat de Graaf Stadhouder zal blijven?" sprak Norrits.

»Wij willen een ander, een heer van onze eigene keuze.…"

»Een Engelsch heer!" riepen sommigen.

»Mits ge de zaak aan mij en aan den Keurvorst van Keulen overlaat, die zich aangeboden heeft tot bemiddelaar, zult gij alles verkrijgen, wat gij wilt."

»Wij willen den Baron North tot Stadhouder!" krijschten nu de vermetelsten.

»Wij willen geen anderen!" voegden meerderen er bij.

»Heel goed!" hernam Norrits, die al zijne zelfbeheersching noodig had, om bij deze zijdelingsche verwerping van hem zelf kalm te blijven - »heel goed! Maar gij zult toch een Stadhouder willen, die rechtmatig gekozen is en wettig is aange-