Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/342

Deze pagina is proefgelezen

ders aangelegenheden hindert en dat uw belang als het hare vordert, dat ge nu voortaan gescheiden leeft.…"

»Ik beken, dat ik dit niet begrijp; veellicht zou ik begrepen hebben, had zij mij dit zelve doen verstaan.…"

»Zij achtte het wijzer en beter.…"

»Mij dat door een page te laten zeggen!" hernam hij, met onbeschrijfelijke bitterheid. »Overzeker, de Prinses is eene even wijze en voorzienige vrouwe, als trouwe vriendin!" maar terwijl hij dit sprak, verbleekte de jonge Baron zichtbaar; hij moest zich vasthouden aan een der meubelen om staande te blijven; want eene duizeling beving hem.

»De goede Keurvorst, die zelve de menschelijke hartstochten kende bij ervaring, zag diep bewogen op hem.

»Lieve jeugdige heer!" sprak hij liefderijk, »neem dezen raad van mij: trek uw hart af van deze vrouw, geheel en al, zonder zwakheid, zonder verschooning. Zij weet zelve niet, hoezeer zij daarmede waar zegt, dat zij u schaadt. Eene zulke heftige passie verwoest de ruste des levens."

»En God lof! zij verwoest dat leven zelf, dat ondragelijk wordt!" riep de Maulde en vlood weg. Was het in de ijlhoofdigheid zijner wanhoop? Was het door een mistred bij zijn gejaagd heensnellen? ’t Is moeilijk uit te maken; maar zeker is het, dat de ongelukkige edelman van de wenteltrap, die naar buiten voerde, naar beneden stortte.

»Bedwelmd van den val, was hij blijven liggen. Nadat het oproer gedempt was, had eene wacht ook de kleine poort van het achterplein bezet, en de doodsche stilte, die er heerschte, werd door geen voorbijganger gestoord.

»Ten laatste ratelde een wagen over het plein dicht langs den bezwijmde heen, die op waakte uit zijne bedwelming, zich dus mat en pijnlijk voelde, dat hij zoomin kracht had, om zich op te heffen, als lust om de verbrijzelende raderen te ontwijken,