Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/103

Deze pagina is proefgelezen

gij niet op de school, niet op den meester kunt wachten, die het recht niet meer heeft uwe kinderen van deze dingen te spreken, en zelfs niet op den dominé die er hen mogelijk van zal spreken, zooals het hen beter ware niet gehoord te hebben. Laat het voor die allereerste indrukken op niemand aankomen, dan op u zelve, maak er geen afzonderlijk leeruur van, maar laat het een aanschouwen zijn en de daad van ieder uur. Uw geloof ziende, zullen zij leeren gelooven, uw gebed hoorende, zullen zij den ernst en de kracht van het gebed begrijpen, uwe liefde (ik bedoele niet de natuurlijke moederliefde, maar de Christelijke liefde der moeder) ziende, zullen zij de liefde Gods in Christus als voorgevoelen, en ’t gene dus in ’t harte is geplant, gaat niet licht volkomen verloren, zelfs niet onder de kille aanraking des ongeloofs, noch in de hitte der verzoeking, al is ’t ook dat de rukwinden der passiën en de stormen des levens het heen en weer schudden, machtig het uit te rukken zijn ze toch niet. Maar… werpt ge mij voor, om zóó het geloof in te drukken in het kinderlijk harte, moet de moeder allereerst zelve het geloof bezitten, en niet iedere moeder… Welnu tracht dan naar het geloove, niet slechts om u zelve, maar ook en vooral om uw kind, of zou er eenige moeder zijn, die bij den aanblik van het kind, haar door God behoed en bewaard als met iederen ademtocht, niet tot een kinderlijk geloove zou kunnen komen? Maar om tot onzen held weer te keeren, van hem kan het niet gezegd worden dat hij eene moeder had te dier tijde, dat de zijne het ooit voor hem was in dien zin, en zijn vader door snerpend harteleed teneergebogen, door zorgen en bezwaren overstelpt, had wel den ernst des geloofs, maar miste die blijmoedigheid, die helderheid van geest en die rustige opgeruimdheid, die den godsdienst moet aanbevelen en behagelijk maken aan het jeugdig gemoed. Wat hij zelf met zware worsteling had veroverd, met duurzamen strijd moest behouden, kon hij niet met zachte lankmoedigheid overleveren aan een ander. Hij drong het op in den vorm van strenge voorschriften, die niet mochten overschreden worden, en om de overtuiging van den Christen ingang te doen vinden, gebruikte hij niet zelden het gezag van den Souvereinen Heer!

De huiselijke godsdienst, dien hij bij grafelijke ordonnantie zijn onderdanen liet voorschrijven, werd in zijn eigen huis, als