Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/109

Deze pagina is proefgelezen

Sidonia, dien zij uit Kinzweiler, waar zij zich toen ophield, naar Culemborg had gezonden, om haar zoon op de naderende veranderingen in zijn toestand voor te bereiden, en haar zelve verder alle geheime diensten te doen, die zij had noodig geacht om die veranderingen daar te stellen.

Ook zullen mijne lezers na al het voorgaande minder verrast zijn dan de Graaf van Culemborg zelf, zoo zij vernemen dat op zekeren dag (Floris had pas zijn vijftiende jaar bereikt) de Gravin plotseling te Culemborg verscheen, en na eene elfjarige afwezigheid op het slot van haar gemaal weerkeerde, uit eigen beweging, en niet als berouwhebbende gemalin, die verzoening kwam smeeken; maar met het gezag en de rechten der moeder rekenschap vragende van de opvoeding haars zoons, en om dien vader de wet te stellen, hoe zij die voortaan wilde ingericht hebben. Verwonderlijke stoutheid van die vrouw, die zich zelve als in handen leverde van een beleedigd echtgenoot, en blootstelde aan alles wat de getergde Graaf in zijn toorn tegen haar zou ondernemen, nu zij hem kwam trotseeren in zijne eigene woning, op zijn eigen grondgebied, waar hij als vrijmachtig en gebiedend heer konde handelen: maar zij was noch zoo roekeloos, noch zoo weerloos als zij scheen; toen zij den Graaf hare eischen voorlegde, wist zij zich door een groot deel der burgerij ondersteund; had zij verbond gemaakt met de Roomschgezinden, met de Malcontenten of Staatsgezinden in het Graafschap, die, verontrust door de bescherming, welke de Graaf verleende aan de Utrechtsche vluchtelingen (de Reingoudisten,) den toorn der Staten vreesden; met allen, in één woord, die met den tegenwoordigen staat van zaken (of met hunne eigene zaken) te onvrede, uit verwarring en onrust iets voor zich zelven hoopten, of bij verandering bate meenden te vinden, en die gereed waren door oproerige bewegingen de vordering der Gravin klem bij te zetten. Philippa-Sidonia ving aan met den Graaf te verwijten, dat hij de opvoeding van Floris II (dien titel werd door haar en anderen aan dezen gegeven nog bij het leven van den vader, tegen alle usantiën aan) eene verkeerde richting had gegeven, dat zij hem omringd vond van leermeesters, die eenzijdig waren, bekrompen, ongeschikt om hem eene grafelijke opvoeding te geven; en zij eischte dat ze verwijderd zouden worden en anderen in hunne plaats gesteld, die zij zoude aanwijzen, op welke ook de burgers beter vertrouwen