Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/11

Deze pagina is proefgelezen
„Die mijne Peteren mijn aanstaen had vertelt,
„Sij hadden mijnen naem in Paerdenburg verspelt,
„Gelijck het koren ,gaet op, door, en uyt den moelen,
„Sou treck, soo send ick uyt het meer en minder voelen,
„Wat dunckt U, vreemdelingh van ’t wedersyds verstand?
„Heel Nederland vult mij, en ick heel Nederland.


Mistrouwt gij de poëtische voorstelling (want er zijn nog altijd menschen, voor wie dichten en verdichten hetzelfde is, en die eens voor altijd dichters als onpractische menschen bij innemendheid hebben gestempeld) en wilt gij plat proza, zoo luistert naar Burgemeester J. Orlers, die er van zegt:

„Op deze markt wordt eene groote menigte van jonge paarden, en een groot getal uitnemende rijpaarden, als: hengsten, ruynen, merriën en volens uit alle de omliggende steden en dorpen, inzonderheid uit Noord Holland en Vriesland te koop gebragt, en van vele paardenlkoopers gezocht en begeert; menigte van tenten ziet men er dan opgeslagen, daar wijn en bier niet alleen in verkocht wordt, maar ook menigte van andere waren." Maar gij hebt zeker genoeg van het burgmeesterlijk proza, dat gelukkig nog geene stadhuistaal is, en gij houdt u overtuigd, dat wij recht hebben om u de voorstelling te geven van eene drukke, woelige, vroolijke jaarmarkt, (want de paardenmarkt ging samen met de kermis, die verscheidene dagen duurde) die, gelijk vanzelve spreekt, niet alleen bezocht werd door hen, die te koopen hadden of te verkoopen, maar ook door vele nieuwsgierigen, die kwamen toekijken en lanterfanten (het woord flaneeren had toen nog geen burgerrecht hier te lande, wel de daad), en die de gelegenheid aangrepen, om eens een pretje waar te nemen, een rijtoertje te doen, eene stille wandeling door een luidruchtig feestgewoel af te wisselen, of ook wel, die er heengeleid werden door een meer degelijk doel, al stond dat juist niet in verband met de paarden.

De Valkenburgsche Septembermarkt was namelijk een der twee betaaltijden voor huurders van land of huizinge in het Zuiderkwartier, en dit bracht alzoo pachters en landeigenaars hier bijeen, die overigens zich niet om kermis of paardenmarkt zouden bekommerd hebben.

Naar mijne tijdgenooten mij verzekeren, heeft de Valkenburgsche paardenmarkt zelfs nu nog in onze eeuween deel harer aloude belangrijkheid behouden, en dat beteekent iets, als men de ge-