Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/115

Deze pagina is proefgelezen

langen der Geliniëerde Provinciën in overeenstemming waren. Reeds had het hen gekrenkt dat hij slechts schoorvoetend de Unie had geteekend, hoewel hij het zijne gedaan had om die tot stand te brengen, ook had hij geteekend voor zijne Heerlijkheden alleen, maar niet voor zijn Graafschap, vermoedelijk om als Graaf voor zich en zijne onderdanen eene onafhankelijkheid te bewaren, die de Algemeene Staten bij zekere algemeene maatregelen belemmerend moest zijn.

Een staat in een staat, kon niet anders dan een doorn in het oog zijn van hen, die het gemeene Vaderland moesten besturen, en hoewel men er in de Republiek, zooals zij zich toenmaals vormde, aan gewoon was, dat bijzondere gewesten en steden hunne particuliere belangen zochten en niet dan noode onderschikken wilden aan het welzijn van ’t geheel, die tegenstand vond plaats naar zekere aangenomen regelen, wettelijk, staatsgewijs; maar hier was het een graaf, een bijzonder persoon, die op zijn grondgebied oppermachtig Heer was en de rechten van souvereiniteit oefende, en waarmede zij bijgevolg als met eene onafhankelijke bevriende mogendheid te rekenen hadden, terwijl hij evenwel de onderhoorige was van het Gemeenebest.

Meer dan eens waren er bijgevolg conflikten ontstaan tusschen den Graaf van Culemborg en Hunne Hoog-Mogenden; dan eens over krijgsvolk en krijgslasten, dan eens over het al of niet uitleveren van staatsmisdadigers of vervolgde schuldenaars, nu weder over het muntrecht, eene kwestie die in volle vigueur was, en tevens die van het schuilplaats verleen en aan de Utrechtsche hoofdleiders der Leycestersche partij, waardoor de Graaf niet alleen zijne oude erfvijanden van Utrecht ergernis gaf, maar ook de Staten en den Advocaat van Holland had gekrenkt, en hunne verdenking op zich vestigde. Zoodra zich dus eene gelegenheid voordeed om den lastigen Graaf van Culemborg, den voormaligen gunstgenoot en medestander van Leycester te grieven, in macht te bekorten of zijne afhankelijkheid te doen gevoelen, werd er niet geaarzeld;… en… Willem van Oranje was niet meer dáár , om uit consideratie van vroegere diensten en trouwe zijn ouden vriend tegen willekeur te beschermen, zooals hij steeds gedaan had, en Maurits was in dezen geheel op de hand der Gravin zoowel als Oldenbarneveld! De eerste was niet tevergeefs in den Haag geweest, zij had tot de Prinses-douairière toe weten