Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/116

Deze pagina is proefgelezen

te interesseeren voor hare wenschen, en deze schenen inderdaad zoo billijk, zoo ter goeder trouwe voorgeschreven door moederlijke bezorgdheid voor de toekomst van haar zoon; in de weigering van den Graaf daarentegen lag zooveel hardnekkige bekrompenheid en suffe eenzijdigheid, dat men de Generale Staten niet eens van partijdigheid durft beschuldigen, waar zij op den 20sten April 1592 eene resolutie namen, waarbij twee leden uit den Raad van State, de heer van Matenesse en Pieter Casijn van der Heel, werden gecommitteerd, »om naar Culemborg te reizen en den Graaf door goede redenen en middelen te onderrichten, den jongen Grave zijn zoon van huis te doen, tot Leiden te zenden, en aldaar te houden, bezorgd van tamelijke middelen tot zijn onderstand; van eenen paedagogium met een of twee dienaers ende andere behoefte, omme aldaer gesustineert te worden als voren, ende daerbenevens de voereide Remonstrante (de Gravin) tot hare alimentatie ende bij vrouwe leven ook te laten volgen ende verzekeren al zulke gelden, als haar respectivelyck voor onderhout ende spelgelt bij houwelyck voorwaerde ende daerna bij zeker verdrag te Colen aengezegd en gegund is, doch zo voerz. Grave hiertoe metter minne nyet en zoude te bewegen zijn, dat voerz. Raden van State in zulcker geval het uitzenden ende onderhouden van voerz. jongen Grave tot Leiden, MET GEHOIRLYCKE AUTHORITElT TE WEGE ZULLEN BRENGEN ENDE ORDINEREN, gelyck zij in er redelyckheid zullen bevinden te behoiren."

Men roemt met luider stem (vreemdelingen vooral) de burgerlijke vrijheid die er genoten werd in de jeugdige Nederlandsche Republiek, zooals die zich vormde met behulp van Barneveld te dier dage; maar ik vrage u of eene mesure als deze, door een autocraat genomen tegen een zijner onderdanen, niet de edele verontwaardiging aller vrijheidsminnaars zou hebben opgewekt? En nu, de Generale Staten doen deze dingen tegen een hooggeboren edelman, een vrijmachtig Heer en Graaf in zijn eigen gebied, die niet dan door enkele banden aan de Generaliteit verbonden was; op geene andere autoriteit dan hunne eigene, door geen anderen drang dan op de remonstrantie eener vrouwe, wier gedrag meer dan dubbelzinnig was geweest in vorige tijden, en die openlijk rebellie had ondersteund tegen haar Heer en echtgenoot; zij bevelen desnoods maatregelen van