Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/124

Deze pagina is proefgelezen

slag aan Pallant-Culemborg over de aankomst van den laatste, prijst hem aan als iemand, die voor zijne taak berekend scheen, maar hij haatte en mistrouwde in hem den gunsteling van de Gravin, den opgedrongene ten spijt van zijn meester, en bij nadere kennismaking werd hij naijverig van de achting, de liefde en de gehoorzaamheid, die de jonge Graaf hem betoonde, terwijl het scherp contrast hunner zienswijze en levensopvatting telkens botsingen veroorzaakte, die wij reeds in enkele trekken hebben geschetst; voeg hierbij dat de zedelijke dwang, dien Amelis Alartsz zijns ondanks onderging door het intellectueel overwicht van de la Rivière, in den regel bij hem zekere terugwerking teweegbracht, die wel niet de diepte, maar toch den vorm had van haat en vijandschap, en dat zijn gebrek aan fijnere beschaving, zijne onzinnige oploopendheid hem in zulke oogenblikken van verbittering onmachtig maakte zijne uitdrukkingen te wegen, dan kan men zich een denkbeeld maken van het zware kruis dat aan den gouverneur met de tegenwoordigheid van dien man was opgelegd. Hoe deze dat droeg hebben wij gezien; wij hebben begrepen dat het hem niet kon worden afgenomen, wij hebben nu genoeg inzicht van de buitengewone omstandigheden, waaronder onze jonge Graaf naar de academie werd gevoerd, om de ongewone en omslachtige inrichting van zijn huis, zoo niet geheel te billijken, dan toch minder vreemd te vinden, en om ons te kunnen verklaren, hoe men er toe gekomen was zijne leiding en toezicht aan zoo verschillende, en zoo sterk contrasteerende personen op te dragen. Mogelijk vraagt iemand nog: en hij zelf?

Onze bedoeling is, dat men hem zal leeren kennen uit zijn spreken en handelen. Wat den Gouverneur betreft, men heeft reeds kunnen opmerken dat hij aanvankelijk heeft gezegevierd over de groote bezwaren die hem in den weg stonden, om het noodige gezag en den onmisbaren invloed te oefenen op zijn kweekeling, Dat had hem zeker beleid en hendigheid gekost, maar zooveel het Floris betrof geen zwaren kamp. Deze was zoomin gewoon tegenstand te ontmoeten in zijne omgeving als dien te bieden.

Tot aan zijn vijftiende jaar was hij altijd geweest onder den druk van de sombere zwaarmoedigheid zijns vaders en was van jongs af gewend, het voorwerp te zijn van allerlei ongewone voor-