Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/125

Deze pagina is proefgelezen

zorge en bekommering, die als met looden zwaarte op hem zelven drukte. Men had hem dit juk opgelegd, als iets dat behoorde bij de eischen van zijn rang, voor welke men hem de diepste reverentie had ingeboezemd, hij had er de schouders naar geplooid, hij was er, om het zoo eens uit te drukken, naar gegroeid, en hij droeg het te lichter naarmate het werd vermomd onder vormen van eerbiedenis, die hem een grooten dunk moesten geven van de belangrijkheid van zijn jeugdigen persoon. Hij had er niet aan gedacht het af te schudden, en zelfs toen zijne moeder hem aanzette zijn vader te wederstaan, en zij hem daden liet verrichten van werkelijken opstand, kwamen ze niet voort uit zijn eigen wil, maar omdat hij was geraakt onder den invloed van den haren. Hoe men ook de la Rivière had aangeprezen en om het zoo eens uit te drukken, smakelijk had gemaakt, il s’en serait fort bien passé; sinds hij zich te Leiden bevond had hij Zwaerdecroon vrij goed naar zijne hand weten te zetten; in de schermutselingen met den Burgemeester om de eene of andere vrijheid, die hem geweigerd werd, behield hij ten laatste toch de overhand; van dien vreemde wist hij nog niet of hij hem zwaardere lasten zou opleggen, dan wel die hij droeg zou verlichten; maar hij was genoeg ontwikkeld om in te zien, dat het hem niet meer doenlijk zou zijn zich van dat nieuwe gezag te ontslaan, nu hij zich eens had laten gebruiken het in te roepen. Hij voelde wel dat hij niet aan Zijne Excellentie zou kunnen schrijven om van zijn gouverneur bevrijd te raken, zooals hij had gedaan om dien aangesteld te zien. Hij voelde wel dat zijne moeder den man zou willen handhouden, dien zij had weten in te dringen, en dat zijn vader, verbolgen over de volgzaamheid die hij betoond had aan de Gravin, hem de gevolgen van zijne samenspanning met haar zoude laten dragen, en toen Philippa-Sidonia met blijden triomf haar zoon verkondigde dat zij naar Leiden kwam, gerugsteund door de hooge regeering, om de la Rivière in zijne betrekking te installeeren, was hij zeer weinig geneigd met dien vroolijken juichtoon in te stemmen, en wachtte dat eerste samenzijn af met een beklemd gemoed. Maar te meer voelde hij zich getroffen door een onbeschrijfelijke verrassing, toen die vreemde welhaast met hem een toon aannam, dien hij nooit had gehoord. De toon der teederste en zorgvuldigste vriendschap, vol stille waardigheid en milden ernst, even ver van de zoetelijke hoffelijkheid zijner